Beginpagina > Inspraak in de steden: ’too little too late’?!


Inspraak in de steden: ’too little too late’?!

maandag 16 februari 2009

In het Vlaams parlement werd op 5 februari het rapport ‘Burgerparticipatie in Vlaamse steden - Naar een innoverend participatiebeleid’ van de ‘Werkgroep Participatie’ voorgesteld. Het rapport is een instrument voor lokale bestuurders om inspraak in hun stad te helpen organiseren. Ook het verenigingsleven heeft hier een rol te spelen.

Het rapport

Professor Filip De Rynck mocht als voorzitter van de werkgroep het rapport toelichten bij de leden van de Commissie Wonen, Stedelijk Beleid, Inburgering en Gelijke Kansen van het Vlaams Parlement. Het rapport geeft een boeiende kijk op de wijze waarop bestuurders de inspraak in hun stad of gemeente kunnen stimuleren. Zo moedigt het rapport aan om burgers niet alleen te betrekken bij "mooie fotogenieke dingen" zoals de installatie van bloembakken, maar ook bij meer lastige en delicate dossiers. Participatie is volgens het rapport bovendien iets anders dan praten in vergaderingen: "participatie is actie, is emotie, is doen".

In het laatste hoofdstuk gaat het rapport dieper in op de rol van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid zou een rol kunnen spelen als ondersteuner van lokale (burger)initiatieven.

In de steden en gemeenten zelf zijn het vooral de gemeenteraden die actie moeten ondernemen. Het rapport wijst de gemeenteraadsleden op verschillende mogelijkheden binnen het gemeentedecreet om de inspraak te bevorderen.

De reacties: een wurgende omhelzing

De politici die de hoorzitting bijwoonden, reageerden in grote lijnen positief op het rapport, maar hadden ook kritische vragen. De opmerkingen die geopperd werden, gingen vooral over de praktische haalbaarheid en de realiteitswaarde van wat gepresenteerd werd. Vera Dua (Groen!) beschreef burgerparticipatie in de realiteit als ‘vaak too little too late’: “het gaat soms meer over welk soort bomen dan over het project zelf”. Ze stelde ook vast dat heel wat steden en gemeenten het middenveld proberen te neutraliseren in een “wurgende omhelzing”. Bovendien wezen meerdere parlementsleden op de valkuil van de ‘gezelligheidsgedachte’ die verscholen zit in wijkwerking: “vijf buren trekken naar het gemeentebestuur en krijgen dan 500 euro, als het maar gezellig is”. De parlementsleden vroegen eveneens aandacht voor de conflicten die bij lokale inspraak vaak ontstaan tussen verschillende belanghebbenden.

Tijdens de hoorzitting: ’clichés’ over het verenigingsleven

Het rapport geeft bestuurders heel wat aanbevelingen en moedigt hen aan om de zaken eens vanuit een andere invalshoek te bekijken.

“Aanbeveling 14: We bevelen daarom aan om stereotiepen te vermijden en kritisch te zijn ten opzichte van de zogezegde ‘verworven inzichten’ over de burgermaatschappij die vaak hardnekkig bij bestuurders blijven leven.” We juichen deze aanbeveling uiteraard toe. Het middenveld is in het rapport ook duidelijk een partner in de lokale ‘burgerparticipatie’. Toch hoorden we professor De Rynck in zijn presentatie in het parlement heel wat merkwaardige ‘stereotiepen’ gebruiken over het verenigingsleven en het middenveld. Zo schatte hij onder andere de gemiddelde leeftijd in de (traditionele) verenigingen op 65 jaar.

Het rapport verschijnt eind februari in een gepopulariseerde versie.

Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA