donderdag 17 september 2009
Zoals vastgelegd in het decreet bezorgde de Administratie (Afdeling Sociaal-Cultureel Werk voor Volwassenen) net vóór het einde van de maand augustus de eindevaluatieverslagen over de werking van de erkende en gesubsidieerde organisaties voor sociaal-cultureel volwassenenwerk. Naar die verslagen werd door de betrokkenen met spanning uitgekeken. De gevolgen zijn immers niet min. Wie een positieve eindbeoordeling krijgt, komt als gespecialiseerde vormingsinstelling of als vereniging in aanmerking voor een bijkomende subsidiëring vanaf 2012. Voorwaarde is wel dat men zich dan inschrijft in een werking rond bepaalde prioriteiten, die volgend jaar na een overleg tussen de overheid en de sector zullen worden vastgelegd. Voor de organisaties met een negatieve beoordeling zijn de gevolgen ook niet min. De gespecialiseerde vormingsinstellingen en de verenigingen leveren 10 procent van hun subsidies in tijdens de beleidsperiode 2011-2015. Bewegingen met een negatief eindoordeel worden voor de komende beleidsperiode uitgesloten van subsidiëring.
6 bewegingen, 3 verenigingen en 1 instelling ontvingen het negatieve verdict. Het merendeel onder hen was verrast over de uitspraak en diende intussen een bezwaarschrift in bij de Administratie. De Administratie kan zich door de argumentatie laten overtuigen en de negatieve beoordeling alsnog omzetten in een positieve. Wanneer de Administratie evenwel niet overtuigd wordt, is zij verplicht het hele dossier voor te leggen aan een Beroepscommissie.
Die Commissie is nog niet samengesteld door minister Schauvliege. De sectorraad heeft nochtans op 2 juli een advies uitgebracht over de mogelijke samenstelling en 9 namen van commissieleden gesuggereerd. Uit deze lijst van medewerk(st)ers van opleidingsinstituten moet de minister maximaal 5 personen selecteren. Die kunnen dan snel aan de slag. De Beroepscommissie bekijkt de voorgelegde dossiers en formuleert een advies voor de minister. Daarna en ten laatste vóór het einde van het jaar, beslist de minister definitief over de eindbeoordeling van de betrokken organisaties.