dinsdag 22 juni 2010
Coördineren en afstemmen
Het centrale thema van de dag was ’coördinatie en afstemming’, één van de vier decretale opdrachten van Vormingplus. Het decreet schrijft immers voor dat elk Vormingplus-centrum in de eigen regio het aanbod niet-formele educatie moet coördineren en afstemmen. Geen evidente opdracht. Via workshops - die steeds op een ander aspect van de opdracht focusten - kwamen praktijkvoorbeelden aan bod.
Vier dromen als insteek
De dag werd gestart met de bijdrage van vier partners:
Zij droomden, elk vanuit hun standpunt, over de invulling van de coördinerende opdracht. Bart Theys gaf een kijk vanuit zijn vereniging en Carol Vanhoutte deed dit als bibliothecaris. Ze zag Vormingplus als coördinator van cultuurinnovatie. Miek De Kepper stelde enkele kritische vragen: "Behoort deze opdracht tot het DNA van Vormingplus? Worden betrokkenen hier beter van?"
Volgens Gerda Van der Plas, adjunct-kabinetschef van minister Schauvliege, is de coördinerende opdracht een bijzonder moeilijke opdracht. Twee voorwaarden zijn volgens haar essentieel om de opdracht succesvol te vervullen: een mandaat en een draagvlak. Het mandaat verleent het decreet reeds, volgens Gerda Van der Plas. Het draagvlak is in de eerste plaats een taak van elke medewerker. Ze vroeg de Vormingplus-centra verder te werken aan een gemeenschappelijke invulling van de opdracht. Ze opperde de suggestie: "Misschien moeten we de coördinatieopdracht in die zin herformuleren en kan Vormingplus een regionaal leerknooppunt zijn doorheen het niet-formele-leren-landschap."
De volkshogescholen willen, samen met de FOV, op deze boeiende uitdaging ingaan. Op korte termijn willen de Vormingplus-centra mee werken aan een gemeenschappelijke invulling van de coördinatie- en afstemmingsopdracht en, op basis van een eigen voorstel, in overleg gaan met het kabinet.