De erkenning van bewegingen binnen handbereik

De erkenning van de bewegingen

De bewegingen zijn momenteel de enige werksoort in het decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk die niet beschikt over een erkenning. Daardoor kan elke beweging na elke beleidsperiode op slag alle subsidies verliezen.

De FOV ijvert al jaren voor deze erkenning. Eindelijk komt er schot in de zaak. Het kabinet gaat principieel akkoord met het onderhandelingsvoorstel. De bepalingen rond de instroom van nieuwe organisaties moeten evenwel nog eens extra onder de loep genomen worden. De FOV rekent erop dat er vanuit dit positief overleg snel een akkoord zal zijn over een definitieve decreettekst. Hopelijk worden nu ook financieel de broodnodige oplossingen gevonden voor de werksoort.

Geen tweede kater

Het afronden van de evaluatieprocedure eind vorig jaar eindigde voor de werksoort bewegingen met een kater. Vijf van de 31 organisaties verdwenen uit het decreet. Bij de Liga voor Mensenrechten is de procedure nog hangende.

Een half jaar later startte voor de overblijvende organisaties een nieuw traject vol onzekerheden. De organisaties dienden een beleidsplan en een subsidieaanvraag in bij de adviescommissie. De adviescommissie oordeelde in zijn pre-advies dat vijf organisaties het met minder subsidies moeten doen.

De voorbije twee jaar is eens te meer gebleken dat de huidige procedure voor de bewegingen, de administratie en de adviescommissie bijzonder intens en tijdrovend is. Daarenboven zijn de gevolgen voor de betrokken bewegingen te drastisch.

Het is vooral belangrijk om vanuit de appreciatie voor de maatschappelijke taak van deze organisaties enkele zekerheden in te bouwen. Op deze manier worden ze een volwaardige werksoort, naast de andere werksoorten in het decreet. Bewegingen moeten de kans krijgen een langetermijnstrategie te ontwikkelen binnen een kader dat redelijke zekerheid biedt. Enkel zo kunnen ze zich ten volle richten op wat echt belangrijk is: het creëren van maatschappelijke verandering.