vrijdag 12 november 2010
De Vlaamse regering wil een warme samenleving, een sociaal vlechtwerk en ontplooiingskansen voor iedereen. Haar praktijk is anders: banken worden gered, bewegingen en verenigingen worden financieel koudgezet. Volkshogescholen en vormingsinstellingen gaan in de koelkast.
Het sociaal-cultureel volwassenenwerk brengt jaarlijks nochtans 10.000.000 deelnemers en 225.000 vrijwilligers op de been. Dat been wordt nu geamputeerd, zonder overleg, zonder uitleg. IJskoud!
De regering keurde onlangs de begroting goed, een moeilijke oefening. De minister-president stuurde in juli nog een duidelijke brief aan de verenigingen waarin hij meldde dat in 2011 nog eens 2 % moest bespaard worden op de subsidies. ‘Efficiëntiewinsten boeken’ heet dat in regering-speak.
De besparingen lijken inmiddels met de dag op te lopen. Vorige week rondden we de kaap van 10% ten opzichte 2009. Dit cijfer gaat dan nog uit van een status quo: het houdt geen rekening met de groei van de middelen die het decreet voorziet.
De Vlaamse regering liet weten dat ze de besparingen gelijkmatig wilde spreiden – het kaasschaafprincipe - om de tewerkstelling niet in gevaar te brengen. Het sociaal-cultureel volwassenenwerk was het eens met dit eerbaar uitgangspunt en morde niet.
Maar toen ging de regering aan de slag om de begroting voor te bereiden en … maakte er een zootje van:
Hoe hol klinkt de mantra van minister Schauvliege dat “cultuur evenveel bespaart als andere domeinen, namelijk 2,3 %”?
Nochtans is het sociaal-cultureel volwassenenwerk voor onze regering de grootste efficiëntiewinst, om voor één keer dat woord te gebruiken. 225.000 vrijwilligers die gemiddeld 5 uur per week aan sociaal-cultureel werk spenderen: dat is 1.125.000 uren per week. En we rekenen verder: dit gaat om 29.605 voltijdse equivalenten die onbaatzuchtig én in de realiteit werken aan de warme samenleving van onze regering. Met deze vrijwilligers, onze organisaties en professionele medewerkers bereiken we jaarlijks 10 miljoen deelnemers!
Wij vragen dat de regering de nodige middelen vrijmaakt om haar beloften én engagementen te houden. Wij willen dat de regering opnieuw een betrouwbare partner wordt voor de samenleving.