Beginpagina > VRIND 2010 en sociaal-cultureel werk


VRIND 2010 en sociaal-cultureel werk

donderdag 2 december 2010

Onlangs publiceerde de Vlaamse overheid de nieuwste editie van VRIND, versie 2010. VRIND 2010 is een publicatie over de resultaten van het Vlaamse beleid en de impact hiervan op de omgeving. Ook voor het sociaal-cultureel werk staan er interessante gegevens in. Een selectie.

Algemeen

Vlaming is gelukkig

De inwoners van het Vlaamse Gewest behoren tot de gelukkigste van het Europese continent. Een 6de plaats als alle deelnemende landen in rekening worden gebracht, een 4de plaats als enkel naar de EU-lidstaten wordt gekeken. Enkel de Scandinaviërs scoren hoger. Geluk en tevredenheid met het leven in zijn geheel hangen zeer sterk samen. Ook hier een hoge score voor Vlaanderen.

17 % doet regelmatig aan vrijwilligerswerk

Het aandeel Vlamingen dat beweert regelmatig onbetaald vrijwilligerswerk te doen, schommelt over de verschillende metingen. In 2009 bedroeg het 17 %, duidelijk lager dan in 2008 (22 %) maar vergelijkbaar met 2007 (18 %). Tussen 35 en 45 jaar, de leeftijdsgroep met de hoogste tijdsdruk, en tussen 65 en 75 jaar ligt het vrijwilligerswerk het hoogst. Hoe hoger geschoold, hoe meer men aangeeft vrijwilligerswerk te doen.

Drie kwart is lid van een vereniging, de helft is actief lid

Vrijwel iedereen is ooit wel eens lid geweest van een vereniging, drie kwart van de bevolking is dit vandaag en één op twee is zelfs actief lid.

De participatie aan het verenigingsleven is vrij stabiel. Er is een vrij duidelijk genderverschil: de participatie van vrouwen lijkt in 2009 wat lager te liggen (nvdr. specifiek in het sociaal-cultureel volwassenenwerk is dit omgekeerd (cfr. participantenonderzoek SoCiuS)). Naar leeftijd is er een gelijkmatig verloop, vanaf 75 jaar is er een duidelijk verval. Maar ook bij de 75-plussers is één op drie nog actief lid van een vereniging. Ruim een derde van de laag opgeleiden is actief binnen een vereniging, bij de middengroep is dit ongeveer één op twee, bij de hoog opgeleiden meer dan zes op tien.

Internationaal vergeleken is de Vlaming sterk betrokken bij het verenigingsleven. Bijna drie op de tien Vlamingen zegt in de afgelopen 12 maanden gewerkt te hebben bij een vereniging om er voor te zorgen dat dingen verbeteren of om te voorkomen dat dingen fout gaan. Enkel in Finland ligt dit cijfer hoger. In Wallonië en Brussel zegt één op tien dit te doen.

Meer dan 40 % geeft geld aan goed doel

Meer dan 40 % van de Vlamingen stort jaarlijks een bedrag op een rekening van een organisatie of geeft geld in een collecte of heeft iets gekocht voor een goed doel. Een vijfde van de bevolking geeft aan dit minstens voor twee organisaties gedaan te hebben. Gezondheidsorganisaties en derdewereldorganisaties worden het meest financieel gesteund. Hoe hoger de opleiding, hoe meer organisaties men steunt. Ouderen steunen ook significant meer dan jongeren. Hetzelfde geldt voor gezinnen met kinderen.

Levenslang leren scoort niet goed

Leren stopt niet wanneer de jongeren de school, hogeschool of universiteit verlaten. Het levenslang leren moet worden uitgebouwd. Niet meer dan 8 % doet aan levenslang leren, wat Europees geen goed cijfer is. Het Pact 2020 wil dat 15% van de bevolking levenslang leert tegen 2020.

Specifiek: sociaal-cultureel volwassenenwerk

Evolutie afdelingen sociaal-culturele verenigingen (cijfers overheid)

Wat de sociaal-culturele verenigingen betreft, waren er in 2009 41 landelijke verenigingen (Davidsfonds, Vlaamse kruis, Amnesty International Vlaanderen,…) erkend.

In 2009 telden alle verenigingen samen 11.731 afdelingen, gespreid over het Vlaamse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, wat een lichte achteruitgang is ten opzichte van de voorbije jaren. Daarnaast zijn er nog 14 erkende landelijke migrantenverenigingen. Het aantal afdelingen neemt nog sterk toe, van 782 in 2004 naar 1.266 in 2009.

Opmerking: de cijfers van de FOV (Boekstaven) liggen lichtjes hoger dan de cijfers van de overheid. 12.403 afdelingen van de gewone verenigingen, 1.567 afdelingen van de migrantenverenigingen. Wellicht hanteert de overheid een meer strikte (subsidietechnische) afbakening van een afdeling.

Volwassenenonderwijs

Het secundair volwassenenonderwijs telde in tussen 1 april 2008 - 31 maart 2009 300.093 unieke inschrijvingen in een opleiding.

In het hoger beroepsonderwijs van het volwassenenonderwijs telde men in dezelfde periode 25.065 unieke cursisten.

De Centra voor Basiseducatie bieden volwassenen de mogelijkheid om hun basisvaardigheden aan te scherpen. Tijdens april 2008 en eind maart 2009 werden door de 13 Centra voor Basiseducatie 55.765 cursisten bediend.

Opmerking ter vergelijking: de vormingsinstellingen (landelijk gespecialiseerde en Vormingplus) van het sociaal-cultureel volwassenenwerk telden in 2009 321.524 inschrijvingen voor het educatief aanbod.

UiT-databank

In 2009 bevatte de UiT-databank bijna 90.000 culturele evenementen. Dit aantal geeft het unieke aantal items die effectief plaatsvonden in 2009 weer. Er is een vrij goede spreiding van deze culturele evenementen over Vlaanderen. Het aanbod per 1.000 inwoners ligt wel duidelijk hoger in en rond de steden. Grote steden als Antwerpen, Gent en Brussel hebben een heel groot aanbod. Ook kleinere steden zoals Leuven, Oostende, Kortrijk, Sint-Niklaas en Mechelen hebben een vrij ruim aanbod.

Opmerking: Er kunnen vragen gesteld worden bij het gebruiken van de UiT-databank als indicator voor het cultuuraanbod in Vlaanderen. Lokale vrijwilligers van een sociaal-culturele vereniging, bijvoorbeeld, gebruiken vaak andere, lokale, kanalen om hun activiteiten bekend te maken. Grote en commerciële cultuuraanbieders hebben dan weer de middelen om consistent activiteiten in de databank in te voeren. Het beeld wordt dus vertekend ten nadele van vrijwilligerswerkingen.

Je kan VRIND 2010 downloaden op de website van de Vlaamse Studiedienst.

Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA