Beginpagina > Verenigingen zonder winstoogmerk groeien


Verenigingen zonder winstoogmerk groeien

dinsdag 26 april 2011

De winstloze economie groeide tussen 2000 en 2008 liefst 70 procent sneller dan de hele economie. Eén beroepsactieve Belg op de negen is er nu in tewerkgesteld. Dat is nog zonder de vrijwilligers gerekend. Ook de sociaal-culturele organisaties dragen hun steentje bij.

Economisch gewicht

In de studie ’Het economisch gewicht van de verenigingen in België’ onderzochten de Koning Boudewijnstichting en de Nationale Bank 17.800 ‘instellingen zonder winstoogmerk’ (izw’s). Ze stelden vast dat deze verenigingen eind 2008 samen een omzet haalden van 28,5 miljard euro en zo goed waren voor dik 5 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Daarmee doen izw’s het zelfs beter dan de bouw en de financiële sector.

De verenigingen en instellingen zonder winstoogmerk zijn vooral actief in de gezondheidszorg en in de maatschappelijke dienstverlening (zoals ziekenhuizen, onthaalcentra voor vluchtelingen, ziekenbezoek, het Rode Kruis en Artsen Zonder Grenzen).

38 procent of een kleine 7.000 verenigingen zijn ‘diverse verenigingen’. Het sociaal-cultureel werk valt samen met vak- en beroepsverenigingen, organisaties voor jeugd, milieu, ontwikkelingssamenwerking, politieke en religieuze organisaties… onder deze categorie. Ze zijn samen goed voor 11 procent van het economische gewicht (de toegevoegde waarde) van de winstloze sector (of: 0,6 procent van het bbp).

Het economisch gewicht van de ‘diverse verenigingen’ groeide tussen 2000 en 2008 met 4 procent. Dat is minder dan het izw-gemiddelde van 5 procent.

Tewerkstelling

Izw’s stellen samen 431.700 mensen tewerk. Dat is 11,5 procent van het totaal van bezoldigde werkgelegenheid in België. Een Belg op negen werkt dus in de winstloze economie. Tussen 2000 en 2008 kwamen er in de winstloze economie 119.000 banen bij, of gemiddeld 15.000 per jaar. De rest van de economie creëerde in dezelfde periode 212.000 extra banen of 26.500 per jaar. De instellingen en verenigingen zonder winstoogmerk waren dus goed voor ruim een derde van de jobcreatie tussen 2000 en 2008.

Bij izw’s wordt meer deeltijds gewerkt dan in de rest van de economie en liggen de uurlonen lager.

De ‘diverse verenigingen’ stellen samen 38.500 mensen tewerk (of 1 procent van de totale tewerkstelling in België). De tewerkstelling groeide er tussen 2000 en 2008 met 14 procent (izw-gemiddelde: 38 procent).

Vergeet de vrijwilligers niet

Wat de studie niet vermeldt, is de grote inzet van vrijwilligers waarop izw’s een beroep kunnen doen. Uit een studie in opdracht van de Koning Boudewijnstichting (2007) blijkt dat in België 1 à 1,4 miljoen mensen aan vrijwilligerswerk doen. Die vrijwilligers zijn ongetwijfeld hoofdzakelijk terug te vinden in de izw-sector. De waarde van hun inzet wordt geraamd op 10 miljard euro. Dat is 2 procent van het bbp.

De sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk telt ongeveer 200.000 vrijwilligers.

Je vindt de publicatie in de rechterkolom.

Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA