Beginpagina > Cultuursubsidies zijn zo gek nog niet


Cultuursubsidies zijn zo gek nog niet

woensdag 21 december 2011

Het idee dat Britse en Amerikaanse cultuurinstellingen meer middelen uit de markt halen dan hun Europese collega’s gaat niet op. Dat blijkt uit onderzoek van economieprofessor Bart Van Looy (KU Leuven). In het Angelsaksische model wordt de rol van de subsidiërende overheid overgenomen door donaties van een rijke toplaag, die deze donaties van de belastingen aftrekt.

Maandag 12 december vierde oKo (Overleg Kunstenorganisaties) zijn 20ste verjaardag. Tijdens het feest stelde professor Bart Van Looy de tussentijdse bevindingen van zijn onderzoek naar cultuursubsidies voor.

De betaler beslist?

Uit een vergelijkende studie van professor Van Looy blijkt dat Angelsaksische cultuurinstellingen ongeveer evenveel middelen uit de markt halen als de Europese instellingen. In Groot-Brittannië halen orkesten bijvoorbeeld 44 procent van hun budget zelf op. In de Verenigde Staten is dat 43 procent. Dat is vergelijkbaar met de 42 procent bij ons. Voor theater haalt Groot-Brittannië meer geld uit de markt, maar in de dans doet Vlaanderen het dan weer veel beter.

Het verschil zit hem in de manier waarop de bijkomende middelen worden verzameld: in het Angelsaksische model via donaties van een rijke toplaag, in het Europese model via subsidies van de overheid. Toch is de uiteindelijke financieringsbron steeds de overheid: de donateurs trekken hun giften af van de belastingen.

Een belangrijk verschil is evenwel dat bij ons de toekenning van subsidies gebeurt via strikte procedures, evaluaties, adviesraden en democratische controle. In het Angelsaksische model beslist de donateur autonoom.

Cultuursubsidies als hefboom voor innovatie

Van Looy in De Standaard: ‘De cultuurwereld is vergelijkbaar met de innovatiesector. Als voor innovatie een langetermijnontwikkeling vereist is, dan haakt een bedrijf af omdat het economisch niet haalbaar is. Dat is het mechanisme van het marktfalen. Maar als niemand investeert, wordt er ook geen nieuwe kennis ontwikkeld. Richard Florida heeft aangetoond dat meer creativiteit in een regio bijdraagt tot de economische welvaart. Het is dus aan te bevelen om in cultuur te investeren. En daarbij wordt bij voorkeur niet alleen op de markt gerekend, want dan is er een stuk innovatie dat nooit gerealiseerd zal worden. Uit de eerste kwantitatieve analyses blijkt dat subsidies wel degelijk een hefboomeffect kunnen hebben om te ondernemen.

Je vindt een volledig verslag van de viering van 20 jaar oKo en de presentatie van Van Looy terug op de website van oKo.

Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA