Beginpagina > SARC brengt advies uit over EVC-nota Smet


SARC brengt advies uit over EVC-nota Smet

woensdag 19 september 2012

Zoals eerder aangekondigd bracht de Algemene Raad, in samenwerking met de Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk, advies uit bij de discussienota "Naar een geïntegreerd EVC-beleid" van onderwijsminister Smet. Globaal genomen ziet de SARC in EVC kansen voor haar sectoren. Toch worden ook enkele kritische kanttekeningen gemaakt.

EVC en het niet-formeel, informeel en formeel leren

Met het oog op het belangrijk aandeel van vrijwilligerswerk in sociaal-culturele en jeugdorganisaties juicht de SARC toe dat in de nota (zie ook eerdere berichtgeving) aandacht wordt besteed aan leren in niet-formele en informele context. Het onderscheid tussen het erkennen en herkennen van competenties wordt terecht aangehouden, maar waar de SARC het moeilijk mee heeft is de suggestie dat men ook voor het herkennen van competenties ‘bewijsmateriaal’ dient aan te dragen. “Het benoemen van de competenties van vrijwilligers is een mooie vorm van waarderen. De manier waarop dit gebeurt, mag vrij worden ingevuld. Een te formeel herkennen van competenties kan immers nefast werken”, aldus het advies. Wie in formele validatie (erkennen) een meerwaarde ziet, kan op eigen initiatief een EVC-traject aanvatten.

Wat leren in de formele context betreft, ziet de SARC kansen voor bepaalde opleidingen in het sociaal-cultureel werk. Bijvoorbeeld begeleiders van reizen, culturele activiteiten of kunstbeoefenaars zouden via een formeel traject een erkenningsbewijs kunnen halen. Maar ook hier een bedenking: “aangezien de ingeschaalde opleidingen worden gecontroleerd op beschreven competenties, moet de opleidingsverstrekker de kwalitatieve normen kunnen halen. Niet iedere opleiding zal dit kunnen. De sectoren moeten er dus over waken dat ze zichzelf niet voorbijsnellen.” Bovendien moeten assessmentcentra voldoende voeling houden met het werkveld om kwaliteitsvol en professioneel te kunnen werken. De SARC vraagt zich af of hiervoor voldoende middelen worden voorzien.

Kansen en bezorgdheden

Het EVC-verhaal zoals het in de nota van minister Smet naar voren komt, biedt de mogelijkheid tot “onderlinge uitwisselbaarheid en een verhoogde inzetbaarheid van competenties”. De SARC ziet dat als een kans voor de betrokken sectoren. De noodzaak van een “breed netwerk aan instanties om EVC ingang te doen vinden”, wordt benadrukt. Sectororganisaties moeten daarin de rol kunnen opnemen van informatie- en begeleidingspunt, maar wel enkel indien ze dat zelf wensen.

De SARC sluit de nota af met enkele bezorgdheden. Zo lijkt de aanpak van EVC momenteel nog te versnipperd en niet laagdrempelig genoeg. Daarnaast is er onduidelijkheid over middelen die worden vrijgemaakt voor kwaliteitsbewaking en over de functie van het kennisnetwerk waarover de nota spreekt. Tenslotte, zo vraagt de SARC, mag men niet vergeten de werkgevers te sensibiliseren.

Je vindt het volledige advies in de rechterkolom.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA