Beginpagina > Opiniestuk: Besparen op sociaal-cultureel werk. Waar zit de (...)


Opiniestuk: Besparen op sociaal-cultureel werk. Waar zit de winst?

donderdag 14 augustus 2014

Naar aanleiding van de eerste berichten over besparingen in de sociaal-culturele sector, kroop FOV-directeur Dirk Verbist in de pen. Lees hier zijn opiniestuk.

Het sociaal-cultureel werk staat in het oog van de mediastorm: de duizenden verenigingen, de vormingsorganisaties en maatschappelijke bewegingen, zoals Davidsfonds, Liga voor Mensenrechten, Mobiel 21, Amnesty International, Natuurpunt Educatie en Vormingplus. Waar en hoe zullen bij hen de klappen vallen, heet het vandaag. Maar laten we de vraag eens omdraaien: waar en hoe dragen zij bij aan een overheid die sociaal wil zijn én haarcijfers wil doen kloppen? Ik probeer even na te gaan waar een aantal kansen liggen, ondanks barre tijden. Wees gerust, ik zal het niet hebben over het belang van sociale cohesie en burgerschap. Want daarvan is iedereen al overtuigd. Ik denk gewoon even zakelijk mee in termen van winst en verlies, van management en efficiëntie.

De economie versterken

10.000.000 keer per jaar nemen mensen deel aan 300.000 activiteiten van het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Alle 136 landelijk erkende organisaties draaien samen op een budget van ruim 190 miljoen euro. Maar slechts een kwart daarvan zijn middelen die zij uit het decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk halen. Kortom, een euro uit dit decreet is 4 euro voor de samenleving. Zij werken ook met andere subsidies, maar voor meer dan de helft – jaarlijks bijna 100 miljoen - verwerven zij inkomsten uit activiteiten, lidgelden, sponsoring en crowdfunding. Uit een enquête van Unizo uit 2011 blijkt bovendien dat 85 % van alle Vlaamse KMO’s jaarlijks het sociaal-cultureel werk ondersteunt met tientallen miljoenen, . Want, zo lezen we, de zelfstandige winkeliers en de verenigingen brengen samen leven in buurten en wijken en daar worden beiden beter van. Investeren in sociaal-cultureel werk heeft dus een onmiskenbaar vliegwieleffect op het economisch weefsel.

Werk, werk en nog eens werk

Het Vlaams instituut voor Economie en Samenleving VIVES berekende (zie DS 11 augustus) dat het de overheid gemiddeld 500.000 euro aan subsidie kost om één bijkomendejob in een onderneming mogelijk te maken. Het loon van één werknemer in het sociaal-cultureel werk kost de overheid slechts 28.284 euro of nog geen 6 procent van die groeipremie voor ondernemingen. Een werkloze kost gemiddeld 33.443 euro. Het mag duidelijk zijn. Zelfs inzetten op banen in het sociaal-cultureel werk is efficiënt (het loont voor de staatskas) en effectief (het loont voor de samenleving).

Twee derde van een pint

Het Vlaams regeerakkoord wil niet enkel verbinden, maar ook engagement van burgers aanwakkeren. Het sociaal-cultureel volwassenenwerk draait op 200 000 vrijwilligers en 2 200 beroepskrachten. Samen zijn ze jaarlijks 44.278.832 uren in de weer in Vlaanderen en Brussel. Dit kost de Vlaamse overheid 1,4 euro per uur inzet. Twee derde van een pint.

En dus: slim besturen

Natuurlijk kan een besparing op het sociaal-cultureel werk de Vlaamse begroting niet redden. We zijn amper goed voor 0,2 procent van de uitgaven van de Vlaamse regering. Bovendien hakten ze er de vorige periode al stevig in: tot 30 % minder voor heel wat organisaties. Maar uit bovenstaande cijfers mag blijken dat het zelfs als overheidsmanager niet zo gek is om ook in crisistijden te zorgen voor zuurstof voor het sociaal-cultureel werk. Ik formuleer drie voorstellen.

Partner in maatschappelijke uitdagingen

Als de overheid ook bij zichzelf efficiëntiewinsten zoekt, dan is het toch wel vreemd dat er in het raam van vorming en opleiding niet sneller naar het sociaal-cultureel werk wordt gekeken. Je zou toch verwachten dat er samen met deze organisaties wordt nagegaan hoe– met respect voor elkaars eigenheden – werk kan worden gemaakt van antwoorden die ook overheden moeten geven op maatschappelijke uitdagingen.

Lessen uit Nederland

De Vlaamse regering kan best lessen trekken uit Nederland, waar men onder het mom van de “participatiesamenleving” meer verantwoordelijkheid bij de burgers wil leggen. Het komt er niet van de grond, onder meer omdat het sociaal-cultureel weefsel in dat land al langer geleden fors werd uitgedund. Gevolg? Ze moeten er vandaag kunstmatig heruitvinden wat bij ons al decennia spontaan bestaat. En ik weet dat een aantal verenigingen vandaag ook worstelt met diverse en andere vormen van eigentijds engagement. Maar een slim bestuurder bouwt voort op en versterkt wat er is. Elk alternatief zal later veel duurder zijn.

Vrijwilligers hun ding laten doen

Ik stel tot slot voor dat de minister snel met de lokale besturen en de sociaal-culturele sector rond de tafel zit. In het Vlaams regeerakkoord staat dat de gemeenten het Vlaams geld voor lokaal cultuurbeleid automatisch zullen krijgen via het Gemeentefonds. Laten we samen voorkomen dat Vlaanderen geen ambitie meer toont in wat lokaal groeit en bloeit. Laten we een deel van dat geld aanwenden om de bovenlokale ondersteuning voor wat in buurten en wijken gebeurt te versterken. Zodat vrijwilligers nog meer en nog beter de dingen kunnen doen waar ze goesting en ambitie in hebben en minder moeten wakker liggen van paperassen, verzekeringen en meer van dit soort ballast. Kortom, het ligt voor de hand dat de regering in besparingstijden naar het sociaal-cultureel werk kijkt. Maar niet als bron, wel als katalysator. De minister van cultuur heeft alle troeven in handen om het sociaal-cultureel werk in te zetten als een kans tot slim besturen.

Dirk Verbist directeur FOV


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA