Beginpagina > De provincie na het regeerakkoord


De provincie na het regeerakkoord

dinsdag 9 september 2014

De provincies mogen zich niet meer inlaten met cultuur. Zo schetst althans het regeerakkoord. Dit is een doortrekking van een tendens die al vorm kreeg tijdens de vorige beleidsperiode. Maar wat moet er nu gebeuren met grote spelers als het Fotomuseum, het Modemuseum, het Raveelmuseum, het Gallo-Romeins Museum of De Warande? En wat met de talrijke verenigingen in de socioculturele sector die ook vaak via de provincie ondersteund worden en dreigen uit de boot te vallen? Wij kijken terug in de recente geschiedenis en vragen ons af: hoe moet het nu verder?

Het witboek interne staatshervorming

We schrijven 8 april 2011: het witboek interne staatshervorming werd een feit.

Een aandachtspunt hierin was de terugtrekking van de provincies uit de structurele ondersteuning van landelijke organisaties voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk beschreven:

"De subsidiëring van landelijke organisaties sociaal-cultureel volwassenenwerk gebeurt op één niveau (Vlaamse overheid) in plaats van op twee niveaus (Vlaamse overheid en provincies)".

Sindsdien kunnen provincies enkel nog projectmatig ondersteunen wanneer organisaties bijvoorbeeld een gebiedsgericht project of een project naar een bijzondere doelgroep opzetten.

Het witboek stelde wel dat een verschuiving van de taken gepaard moest gaan met een verschuiving van de middelen.

"Dit is essentieel om te vermijden dat bepaalde sectoren of organisaties omwille van een bestuurlijke wijziging minder middelen zouden ontvangen. De interne staatshervorming is immers geen besparingsoperatie."

De overheid wilde deze operatie in eerste instantie financieren met middelen uit het provinciefonds. Indien dit niet volstond, zouden de provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing naar verhouding worden afgetopt.

Ondertussen werd 90% van de structurele middelen aan erkende organisaties in het sociaal-cultureel volwassenenwerk toegevoegd aan het werkingsbudget van de organisaties. De overige 10% en de projectsubsidies die organisaties provinciaal ontvangen bleef bij de provincie. Ook de middelen voor niet-erkende regionale initiatieven bleven in het Provinciefonds.

Het regeerakkoord

“Er volgt een tweede hervorming van de provincies”, zo lezen we in het regeerakkoord. Daar waar dit bestuursniveau sinds 2014 nog een (beperkt) aantal rollen toebedeeld kreeg inzake cultuur, worden deze nu volledig geschrapt: “We slanken de provincies verder af. De persoonsgebonden bevoegdheden die hen door sectorale decreten zijn toegewezen (…) worden geschrapt”. Wat dit concreet en financieel betekent voor sociaal-cultureel volwassenenwerk lezen we echter nergens in de tekst.

Dit is een hold-up op het geld

De eerste reacties op deze ontwikkelingen lezen we in De Standaard van 1 september.

Talrijke verenigingen in de socioculturele sector die ook vaak via de provincie ondersteund worden, dreigen uit de boot te vallen.

"Voor zover dat al niet gebeurd is", zegt Marc Vandenameele van de vormingsinstelling Dakhuus. "Tot voor kort kregen we 17.000 euro steun van de provincie, tegenover 100 euro van de gemeente Brasschaat. Die reguliere subsidie is ondertussen op nul gezet. Voor losse projecten kun je nog subsidieaanvragen indienen, maar dat is niet zo eenvoudig. Wij zitten nu in overlevingsmodus. Al ons personeel is ontslagen en we verhuren een deel van ons gebouw. Maar we leven nog. Ik denk dat 90 procent van de verenigingen in ons adressenbestand er in alle stilte tussenuit gevallen is."

Hoe moet het nu verder?

Momenteel is het nog onduidelijk hoe deze tweede hervorming van de provincies in de praktijk zal worden uitgewerkt. Wij sturen alvast aan op heldere oplossingen voor zowel het erkend als niet-erkend sociaal-cultureel volwassenwerk en hopen hierover snel in overleg te gaan.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA