woensdag 15 oktober 2014
Compagnie Cecilia, een koor bestaande uit liefhebbers, gaf het publiek de kans om als het ware deel uit te maken van de repetitie voor haar nieuwe voorstelling “De Soldaat-facteur en Rachel”. Mooi om te zien (en horen!) hoe de koorleden, als deel van het publiek, samen aan een lied bouwden.
“Ben jij een ‘bezige bij, ‘een momentgenieter’, ‘een doordenker’, ‘een ideeënfontein’ of ‘een uitblinker als ik dat wil’?”, wierp Luc De Wulf van Hoek Af het publiek toe. Ieder van ons heeft specifieke talenten, maar die komen niet in alle contexten tot hun recht. Vormingplus helpt mensen hun talent te herkennen en te ontplooien, aldus De Wulf.
Eunice Wambui, Belgische van Keniaanse origine, bedankte Vormingplus ‘om haar te laten openbloeien in Vlaanderenland’. Want integratie klinkt mooi in theorie, maar is in de praktijk verre van evident, zo bleek uit haar anekdotes.
Barbara Janssens van Netwerk Bewust Verbruiken spporde ons aan om met z’n allen minder te willen bezitten en voegde prompt de daad bij het woord door een van haar dierbaarste bezittingen af te staan. Michaël De Cock en Steven De Bruyn, kregen de zaal muisstil met een indringende getuigenis van een Tsjetjeens slachtoffer van oorlogsgeweld.
Deze perspectiefwisselingen van artistieke intermezzi en bevlogen betogen prikkelden en gaven een goed beeld van de rijkdom aan relevante thema’s die de Vormingpluscentra al 10 jaar omzetten in toegankelijke vorming en projecten.
Zo gaf Jos Geysels vijf kernachtig geformuleerde tips mee aan het middenveld en riep Koen Van Mechelen op tot een kosmopolitische renaissance. Eva Peeters hield - wars van enige ironie - een pleidooi voor een fundamentele economische en ecologische mentaliteitswijziging en Nic Balthazar kreeg zowaar het hele publiek aan het zingen voor het klimaat.
Gie Van den Eeckhaut gaf zijn idee over de toekomstige rol van Vormingplus. Als voorzitter van Vormingplus Kempen, innovatie-expert en docent sociaal werk aan de Thomas More hogeschool is hij daartoe uitstekend geplaatst. Hij ziet het leren zich ontworstelen aan de het klassieke cursuslokaal en zich naar buiten begeven. Mensen zullen maatschappelijk leren, gedragen door een gemeenschap, om tot kleine, werkbare oplossingen te komen. Vormingplus kan en wil deel uitmaken van vitale coalities van netwerkorganisaties die elkaar inspireren en ondersteuning bieden aan mensen met creatieve ideeën.
De vraag is echter of het beleid dit mee mogelijk wil maken. Zo verwees Gie kort naar de besparingen door een wrange optelsom: 10+10+10 = 30, bij benadering het percentage dat de vormingpluscentra in de afgelopen jaren moesten besparen.
In zijn slotwoord verwees minister van Cultuur Sven Gatz echter niet naar deze financiële aderlating. Bovendien bleef hij vaag over de toekomst van de Vormingpluscentra. In aanwezigheid van voorganger Bert Anciaux, die mee aan de wieg stond van de vormingpluscentra, drukte hij wel zijn waardering uit voor de werksoort. Hij bestempelde de centra als een geslaagde nieuwe vorm van sociaal-cultureel volwassenenwerk, die bruggen bouwt tussen deelnemers en organisaties. De minister trachtte toch te eindigen met een positieve noot door de huidige besparingen te benoemen als een ‘moeilijk intermezzo’. Of er op dit ’moeilijk intermezzo’ ook perspectieven op groei zullen volgen, werd helaas niet duidelijk.