Beginpagina > Gatz: verantwoordelijkheid lokaal cultuurbeleid volledig bij lokale (...)


Gatz: verantwoordelijkheid lokaal cultuurbeleid volledig bij lokale besturen

woensdag 5 november 2014

De beleidsnota van Cultuurminister Sven Gatz windt er geen doekjes om: de gemeentebesturen krijgen de volledige verantwoordelijkheid over het lokale cultuurbeleid. De minister zoekt wel naar een manier om het lokale beleid te monitoren, maar heeft daar nog geen pasklaar antwoord op. Intussen spreekt hij de ambitie uit om de samenwerking tussen het lokale en Vlaamse niveau te verstevigen.

Cultuurgeld naar het gemeentefonds

De beleidsnota van minister Gatz bevestigt wat reeds in het Vlaamse regeerakkoord werd aangekondigd: “De Vlaamse Gemeenschap heeft van bij haar ontstaan lokale besturen aangemoedigd in te zetten op cultuur. Bibliotheken en cultuurcentra zorgen voor een fijnmazig netwerk van infrastructuur en lokale besturen worden gestimuleerd om een eigen lokaal cultuurbeleid te ontwikkelen. Deze legislatuur wordt de verantwoordelijkheid hiervoor volledig bij de lokale besturen zelf gelegd.”

Het vernieuwde decreet lokaal cultuurbeleid, dat pas sinds 1 januari 2014 volop in voege was, is een kort leven beschoren. Net als bij het jeugd- en sportbeleid bijvoorbeeld, worden de middelen voor het lokaal cultuurbeleid aan het Gemeentefonds toegevoegd en meteen bevroren. De verdeling zal gebeuren op basis van wat de individuele gemeenten uit deze subsidieregelingen ontvingen.

De minister kondigde naast talloze besparingen op kunsten en sociaal-culturele organisaties ook een besparing aan op de middelen voor het lokaal beleid: 5 % minder voor het lokaal cultuurbeleid, 10 % minder voor het lokaal jeugdbeleid 10 % minder voor het lokale cultureel-erfgoedbeleid.

Ambitie beperkt tot monitoring?

Met het verdwijnen van Vlaamse ambities voor lokaal cultuurbeleid verdwijnt ook zeer waarschijnlijk het decreet lokaal cultuurbeleid (althans de regelingen voor de gemeenten) en elke vorm van financiële impulssturing vanuit Vlaanderen aan de lokale besturen. Minister van Cultuur, Sven Gatz, verwoordde de resterende Vlaamse ambitie, tijdens een gedachtewisseling in de commissie cultuur, veeleer als het zoeken naar een vorm van monitoring vanuit Vlaanderen. Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Liesbeth Homans (N-VA) bekijkt de monitoring alvast erg financieel: “Conform OD 2.4 (‘Efficiënt en wederkerig uitwisselen van beleidsinformatie’) zal ik op basis van de cijfergegevens van de lokale besturen opvolgen hoe hun uitgaven voor diverse beleidsvelden evolueren.”

Nieuwe vorm van Vlaamse ondersteuning

Het decreet lokaal cultuurbeleid vormde decennia lang een Vlaamse hefboom die lokale besturen stimuleerde tot het vormgeven van een sterke lokale infrastructuur (bibliotheken, cultuurcentra,…) en het voeren van een lokaal geïntegreerd vormgegeven cultuurbeleid. Met succes, want de Vlaamse gemeenten investeerden veel meer in hun cultuurbeleid dan wat werd aangereikt door Vlaanderen én Vlaanderen investeerde de afgelopen decennia ook meer in het lokaal cultuurbeleid. Deze hefboom valt de volgende jaren weg.

De middelen en de verantwoordelijkheid voor het voeren van een lokaal cultuurbeleid worden volledig bij de gemeentebesturen gelegd die er naar eigen ambitie en vermogen vorm aan kunnen geven. De rol van de Vlaamse overheid ten opzichte van lokale besturen zal dus grondig veranderen.

In de beleidsnota: “De relatie tussen de Vlaamse overheid en lokale besturen inzake cultuurbeleid wordt grondig herdacht. Waar de Vlaamse overheid tot nu toe een aansturende en controlerende rol had, zal zij voortaan meer ondersteunend en stimulerend optreden. Binnen dit nieuwe Vlaamse bestuurlijk kader, met toenemende decentralisatie van het lokaal cultuurbeleid, wil ik zoeken naar een nieuwe vorm van Vlaamse ondersteuning die de lokale realiteit, sectoroverschrijdend en met een hoge maatschappelijke relevantie, slagkrachtig verbindt met de Vlaamse beleidsambities.”

Deze laatste ambitie sluit ook aan bij de oproep van de FOV voor een stimulerende Vlaamse inzet op een “New Deal” tussen lokale besturen en sociaal-culturele werk (zie vorig artikel: "Open Brief aan VVSG")

Meer gemeente-overschrijdend initiatief

De Vlaamse regering wil wel een sterkere rol spelen op het bovenlokale vlak: “We stimuleren kwaliteitsvolle en kostenefficiënte gemeente-overschrijdende culturele initiatieven in het kader van een kwaliteitsvol cultuuraanbod”.

Deze zinsnede uit het regeerakkoord vertaalt zich in de beleidsnota als volgt: “Intergemeentelijke samenwerking verhoogt de efficiëntie op vlak van inzet van middelen, werking, bereik, samenwerking, expertisedeling en kennisuitwisseling. Ik ondersteun de geplande regioscreening en de ambitie om intergemeentelijke samenwerkingsverbanden maximaal op elkaar af te stemmen.”

De minister heeft hierbij ook oog voor de cultureel-erfgoedconvenanten en benadrukt het belang en de waarde van de werking van de erfgoedcel. Wel is hij is voorstander om de doelstellingen voor cultureel erfgoed en voor onroerend erfgoed vanuit eenzelfde samenwerkingsverband te formuleren.

Vlaanderen deelt expertise rond infrastructuur

De beleidsnota toont ook ambitie voor meer expertiseontwikkeling bij lokale besturen met betrekking tot infrastructuur: “Ik zal onderzoeken hoe de bestaande expertise binnen de Vlaamse overheid bijeengebracht en ontsloten kan worden om de lokale besturen een ondersteuning aan te reiken voor kwaliteitsvolle lokale culturele infrastructuur. Deze manier van werken sluit aan bij de keuze van de Vlaamse regering om de rol van de Vlaamse administratie te heroriënteren van een controlerende overheid naar een partner van de lokale besturen”.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA