Beginpagina > Decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk op de werkbank


Decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk op de werkbank

vrijdag 7 november 2014

“Het is belangrijk om voor het sociaal-cultureel werk een geactualiseerd en toekomstgericht kader, rekening houdend met de veranderende samenleving, te ontwikkelen waardoor belangrijke uitdagingen kunnen aangegaan worden. Zo moet een hedendaagse invulling van de werksoorten en functies een sterke impuls geven voor meer dynamiek en innovatie binnen de sector”.

Met deze zin geeft cultuurminister Sven Gatz een voorzet die hij enkele alinea’s verder zelf ook binnen kopt: “het huidige beleidskader heeft als sterkte de kwalitatieve benadering, maar laat een aantal kansen liggen zodat de sector op beperkingen botst. Ik zal het decreet in die zin dan ook aanpassen”.

Het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk dateert van 2003 en werd opeenvolgend in 2006, 2008, 2010 en 2012 op fundamentele onderdelen aangepast. Ook nu kondigt de minister een aanpassing aan, waarbij hij meer dynamiek beoogt en een sterkere profilering van de sector. Welke richting hij hieraan wil geven blijkt nog niet echt. Tijdens onze Algemene Vergadering (dinsdag 5 november j.l.) kondigde Marleen Platteau, raadgever van minister Gatz, recent aan via een landschapstekening te willen samenwerken met de sector om de uitdagingen te bespreken.

Dit wordt dus een belangrijk werkstuk voor de volgende jaren. De FOV wil hierover uiteraard graag in gesprek gaan, waarbij we rekenen op een sterk gemeenschappelijk verhaal dat de anekdotiek en de (nog vaak te) smalle percepties overstijgt. Van hieruit kan worden nagegaan wat de gevolgen hiervan zijn op het beleidsinstrumentarium, waaronder het decreet.

Deze bredere scope is belangrijk omdat het sociaal-cultureel volwassenenwerk op vele terreinen actief is en de afgelopen jaren stelselmatig de beleidsinstrumenten hiervoor zag afbrokkelen of nuttige deuren gesloten bleven. Denken we maar aan de devaluatie van de opleidingscheques als een stimulans tot levensbreed leren of de muur die vanuit het KMO-loket wordt opgezet.

Maar ook het decreet zelf bleef stelselmatig dode letter wat betreft samenwerking tussen verenigingen, vormingsinstellingen en de overheid (de beleidsprioriteiten en de experimentenregeling voor verenigingen). En de forse knauw in de budgetten van de etnisch-culturele federaties, de Vormingplus-centra en de bewegingen hebben in 2011 bij deze organisaties ook heel wat ambitie gefnuikt. Het is meer dan ooit belangrijk dat opnieuw wordt ingezet op een duurzaam bugdettair kader.

Met, bijvoorbeeld, Veerkracht en de New Deal heeft de FOV alvast heel wat inhoudelijke en beleidsuitdagingen opgelijst. Ook intern hebben de organisaties al een inventarisoefening over de goede en minder goede elementen in het decreet uitgewerkt. Er is dus al heel wat basis om ons voor te bereiden op een stevig, en vooral een ambitieus, gesprek met Vlaamse overheid.

Wat de aangekondigde hervormingen betekenen voor de volgende beleidsperiode, die volgens het decreet loopt van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020, is nog niet duidelijk.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA