Beginpagina > Cultuureducatie in de kijker


Cultuureducatie in de kijker

dinsdag 25 november 2014

Er beweegt de laatste tijd het één en ander in het domein van cultuureducatie. Ministers verwijzen ernaar in hun beleidsbrieven (de ene al wat meer dan de andere), er vond een studiedag plaats over kwaliteit in cultuureducatie, de Commissie ’Groeien in Cultuur’ bracht haar rapport uit en lanceerde een toolkit voor kwaliteitsbewaking. En - last but not least - de volgende ’Dag van de Cultuureducatie’ werd aangekondigd.

Een blik op de beleidsbrieven

Herinnert u zich nog de nota’s ’Groeien’ en ’Doorgroeien in Cultuur’? Beide nota’s waren een aanzet van toenmalig minister van Cultuur Schauvliege en minister van Onderwijs en Jeugd Smet om tot een gezamenlijk beleidskader te komen. Waar ‘Groeien’ draaide om kinderen en jongeren, besteedde ‘Doorgroeien’ aandacht aan cultuureducatie voor volwassenen. Het was wachten op de beleidsbrief van opvolgers Gatz en Crevits om te zien wat er met de bewuste nota’s zou gebeuren.

Dat de nieuwe minister van Cultuur hier verder uitvoering aan wil geven, schreven we al in een vorig bericht.

Zoals gezegd gaat de minister uit van een integrale visie op cultuureducatie. De minister vindt het belangrijk dat de competenties van cultuureducatieve begeleiders worden versterkt. Het huidige opleidings- en vormingsaanbod moet beter worden afgestemd op de cultuureducatieve noden van het culturele veld, onder andere door de onderlinge dialoog te bevorderen op basis van beroepenstructuren en competentieprofielen of concrete samenwerkingsprojecten (bijvoorbeeld stages).

Het gaat dan zowel over het aanbod van formele opleidingsverstrekkers, met name het hoger (kunst)onderwijs, als het aanbod vanuit de niet-formele sector. Ook hier kan netwerking bijdragen tot expertise-uitwisseling over de grenzen van sectoren, beleidsvelden en disciplines heen.

Verderop lezen we het volgende: “Samen met mijn collega bevoegd voor onderwijs, wil ik de grote verscheidenheid aan leerplekken beter op elkaar afstemmen, zodat de lerende beter zijn weg vindt in de wirwar van aanbieders en een traject op maat kan volgen.

Meer specifiek moeten kwetsbare doelgroepen extra worden gestimuleerd en kansen krijgen om deel te nemen aan leertrajecten door ingebouwde drempels aan te pakken. Ik zal de diverse culturele sectoren sensibiliseren over de belangrijke rol die ze spelen in geletterdheidsverhoging, bijvoorbeeld door praktijkvoorbeelden van oefenkansen Nederlands aan anderstaligen te stimuleren.

Om hun zelfbeeld en zelfwaarde-gevoel te versterken, maar ook met het oog op maatschappelijke participatie, moeten jongeren en volwassenen hun verworven competenties ook breed kunnen inzetten. De zichtbaarheid van competenties, opgedaan in het culturele veld, moet worden verhoogd. Daarom wil ik aansluiting blijven zoeken bij het geïntegreerd EVC-beleid (Erkennen van Verworven Competenties) en bij de Vlaamse Kwalificatiestructuur (VKS).”

De minister van Cultuur ziet het onderwijs als een bevoorrechte partner. “De gezinscontext is van cruciaal belang bij het cultureel leren, maar de impact van het kleuter-en leerplichtonderwijs mag evenmin worden geminimaliseerd. Daarbij staat de meerwaarde van samenwerking tussen het onderwijs en culturele partners buiten kijf.

Concreet wil ik bestaande samenwerkingsinitiatieven met het leerplichtonderwijs, zowel op beleidsniveau waar CANON Cultuurcel het aanspreekpunt blijft (onder andere Cultuurkuur.be, Cultuur in de Spiegel), als in de praktijk continueren en verder stimuleren. Wat het deeltijds kunstonderwijs betreft, bewaak ik de aandacht voor samenwerkingsmogelijkheden met de amateurkunsten en met cultuureducatieve aanbieders binnen cultuur en jeugd.

Tot slot ijver ik voor een verdere afstemming tussen het culturele en cultuureducatieve werkveld en het hoger (kunst)onderwijs, onder andere op het vlak van opleiding, vorming en onderzoek.”

De minister besteedt dus vrij uitgebreid aandacht aan dit onderwerp. Ook in de beleidsbrief van zijn collega Crevits lezen we een (korte) verwijzing. Verbazingwekkend is wel dat de nota ‘Doorgroeien in Cultuur’ zelfs niet meer ter sprake komt.

We lezen: “Kunst- en cultuur(educatie) beschouw ik als een essentieel onderdeel van het onderwijs. Ze zijn van wezenlijk belang voor de persoonlijke en sociale ontwikkeling van alle betrokkenen. Samen met mijn collega bevoegd voor Cultuur wil ik de synergie tussen de actoren uit onderwijs en cultuur blijven bevorderen, alsook werk maken van een actualisering van het deeltijds kunstonderwijs waarbij de link tussen het deeltijds kunstonderwijs en de amateurkunsten niet uit het oog wordt verloren.

Ik zie de rol van de overheid vooral in het sensibiliseren en inspireren vanuit overleg en samenwerking met andere actoren zoals het leerplichtonderwijs, vrijetijdsactoren en lokale besturen. Hierbij moet er voldoende vrijheid zijn tot het opzetten van verschillende organisatievormen, leeromgevingen en alternatieve leercontexten.”

Rapport van de Commissie Groeien in Cultuur

In het kader van de conceptnota ’Groeien in Cultuur’ werd in het najaar van 2012 een gelijknamige commissie van experten belast met een tweeledige opdracht. Met het oog op de optimalisering van het beleidsinstrumentarium m.b.t. cultuureducatie binnen de beleidsvelden cultuur en jeugd, kregen zij de vraag:

 1. de verschillende bestaande beleidsinstrumenten (naast sectorale en transversale decreten ook andere regelgeving en concrete beleidsmaatregelen) te screenen en de huidige beoordelings- en evaluatiecriteria op vlak van cultuureducatie te vergelijken;
 2. concrete voorstellen voor een coherent en geïntegreerd kwaliteitskader rond cultuureducatie te formuleren.

Het resultaat van hun werkzaamheden omtrent de eerste vraag werd onlangs bekendgemaakt in een rapport. In een eerste deel worden een aantal beleidsaanbevelingen gedaan, in een tweede deel wordt gekeken naar een aantal decreten, waaronder het decreet op het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Wat onze regelgeving betreft, formuleert de commissie twee aanbevelingen:

  • een traject opstarten dat het cultuureducatief werk (in de meest brede betekenis) beter onder de aandacht brengt;
  • uit dat traject moet zeker de aanwezige expertise m.b.t. het bereiken van kansengroepen belicht en gedeeld worden.

Het volledige rapport kan u hier lezen.

Toolkit Kwaliteit in Cultuureducatie

Het antwoord op de tweede vraag leidde tot een kwaliteitskader met 8 parameters of kwaliteitsaspecten. De rode draad doorheen deze kwaliteitsaspecten is ‘keuzes maken’.

“Welke keuze een organisatie ook maakt, het is cruciaal om er bewust mee om te gaan. Het wil niet voorschrijven, maar wel inspiratie bieden,” aldus de auteurs. Het door de commissie ontwikkelde kwaliteitskader werd vertaald naar twee praktische instrumenten waarmee organisaties concreet aan de slag kunnen gaan: een quick scan (of snelle zelfscan) en een reflectie-toolkit, die allebei gratis beschikbaar zijn op de website Toolkit Cultuureducatie. Een handig instrument voor sociaal-culturele organisaties die al dan niet expliciet bezig zijn met cultuureducatie.

Dag van de Cultuureducatie

Als uitsmijter geven we nog een datum mee om alvast in de agenda te noteren. De jaarlijkse Dag van de Cultuureducatie zal plaatsvinden op 20 januari 2015 in deSingel in Antwerpen.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA