Beginpagina > Meer duidelijkheid over timing en richting plannen Gatz


Meer duidelijkheid over timing en richting plannen Gatz

dinsdag 9 december 2014

Tijdens de tweede ronde van de bespreking van de beleidsnota Cultuur in de Commissie Cultuur op 27 november verduidelijkte minister Gatz op een aantal punten zijn visie, onder andere over de timing van de aanpassing van het decreet sociaal-cultureel werk. Om de plannen nog meer in detail te leren kennen is het nu tot januari wachten op de beleidsbrief van de minister.

Minister van Cultuur Sven Gatz gaf op 27 november antwoord op de vragen van de leden van de Commissie Cultuur naar aanleiding van zijn beleidsnota (zie ook vorige berichtgeving) De concretisering, in de vorm van een tijdspad, volgt in januari.

Decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk

Uit de beleidsnota blijkt dat de minister het decreet op het sociaal-cultureel volwassenenwerk wil aanpassen. Concrete vragen over timing en dynamiek drongen zich op. In een repliek zei de minister deze aanpassing niet als een opdracht voor de volgende weken of maanden te zien, maar eerder iets voor later in zijn beleidsperiode. De minister wil het nieuwe decreet laten ingaan met de start van de nieuwe beleidsperiode van de organisaties (2021).

Inhoudelijk legt de minister de nadruk op de noodzaak om nieuwe kaders te ontwikkelen. Als antwoord op de vragen van Marius Meremans (NV-A) en Yamilla Idrissi (sp.a) zei de minister een groot aantal nieuwe initiatieven te zien opduiken in de samenleving. Volgens hem ontwikkelt zich een nieuw dynamisch middenveld dat hij wil ondersteunen.

Caroline Bastiaens (CD&V) counterde deze visie. Er zijn inderdaad nieuwe vormen van verenigingen maar, merkte zij fijntjes op, de opgesomde voorbeelden “hebben al een plek in het huidige decreet of hadden vroeger een plek in het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk”. De uitspraken van de minister geven aan dat het debat grondig zal moeten gevoerd worden.

Marius Meremans (NV-A) hoopt op een pittig debat zonder oogkleppen. “We moeten onbevangen durven kijken en vragen stellen”. Misschien kan bijvoorbeeld de huidige indeling in werksoorten blijven of kan er worden ingezet op nieuwe organisatievormen. Voor Meremans is het belangrijk dat wat van onderuit komt, wordt ondersteund.

De minister gaf aan dat zowel Socius als de FOV de vraag kregen om werk te maken van een landschapstekening van de sector, zodat van daaruit kan worden verder gedacht.

Participatiedecreet

Geconfronteerd met een aantal vragen over (stille) ingrepen in het participatiedecreet, voelde de minister zich verplicht zich iets duidelijker uit te spreken. Volgens hem zijn de toekomst van het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk en het participatiedecreet met elkaar verbonden. Volgens de minister is het dan ook logisch om een aantal zaken globaler én in relatie met elkaar te bekijken.

De minister gaf aan ambities te hebben om (cultuur)participatie te verbreden en blijvend te versterken. Binnen het participatiedecreet werden geen lineaire besparingen doorgevoerd. Minister Gatz zegt vooral de prioritaire kansengroepen met rust te hebben gelaten. Om dit te doen moesten wel enkele offers gebracht worden, aldus de minister.

Bart Caron (Groen) stelde zich kritisch op ten aanzien van de financiële ingrepen die de minister doorvoerde in het Bijzonder Cultuuraanbod (Podium en Jong Talent, ‘den boek’ in de volksmond genoemd) en bij de laagdrempelige educatie voor kansengroepen. Hij laakte de verhouding tussen het kleine beetje geld dat hiermee wordt bespaard en het verdwijnen van hefbomen voor cultuurspreiding en het bereiken van kansengroepen. Minister Gatz gaf aan om de ingreep inzake ‘den boek’ opnieuw te willen bekijken, mocht de impact ervan groter zijn dan verwacht.

Organisatie van de bovenbouw

Ook de organisatie van de bovenbouw en de plannen van de minister met de belangenbehartiging in de sector, kwam aan bod als antwoord op vragen van Caroline Bastiaens en Bart Caron. De minister benadrukte de duidelijk gescheiden rol van steunpunten en belangenbehartigers/sectorfederaties. Hij herhaalde dat belangenbehartiging voor hem primair een taak van de sector is. Hij schrapt dan ook de voorziene belangenbehartiger voor erfgoedverenigingen uit het erfgoeddecreet.

Deze visie blijft vooral Groen en CD&V beroeren. Bart Caron is het principieel eens met de stelling dat een sector de belangenbehartiging zelf moet organiseren. Maar, zegt hij, de cultuursector is geen economische sector. De kansen om middelen uit de sectoren zelf te halen, zijn klein. Omdat de financiële ruimte in deze sectoren zo beperkt is, is het moeilijk om aan het principiële uitgangspunt vast te houden.

Bovendien is het logisch dat een democratie haar critici subsidieert, aldus Caron. Zij hebben ook een bijkomende functie. Als er geen aanspreekpunt is, wordt het ook voor het parlement lastig om een goede discussie te voeren. Daarom is er is indertijd in deze commissie een amendement geschreven om net de belangenbehartiging in de cultuursector te stimuleren.

Caroline Bastiaens legde zich niet bij het uitgangspunt van de minister neer. Een belangenbehartiger heeft een duidelijke meerwaarde voor de overheid. Zij zijn een aanspreekpunt voor de overheid. Mocht de minister evenwel overgaan tot financiële ingrepen, hoopt Bastiaens dat het geld wel in de sector zal blijven.

Minister Gatz was het met Bart Caron eens dat de mogelijkheden inzake schaalvergroting of speciale statuten beperkt zijn. De minister verklaarde zich principieel bereid om de argumenten diepgaander te bekijken en mee te nemen in het debat.

Verslag

Het volledige verslag van de commissiebespreking, vindt u in de rechter kolom.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.
het verslag van de commissiebesprekingen van de beleidsnota cultuur
(1.5 MB)


De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA