Van internationaal tot federaal en lokaal cultuurbeleid

Federaal

Minister Gatz beaamde dat het zwaartepunt van een aantal van zijn beleidsambities op het federale niveau liggen. Eerst moet een oplijsting gemaakt worden van de verschillende problemen. Daarna kan er contact opgenomen worden met de federale verantwoordelijken. De minister geeft toe dat er op dit moment in het federale regeerakkoord nog niet veel te lezen is over deze voorstellen. Vroeger dan 2017 acht hij het niet realistisch om op deze dossiers concrete resultaten te halen.

Op de vragen [o.a. van Jean-Jacques de Gucht (Open VLD)] bevestigde de minister dat alternatieve vormen van financiering een aanvullende financiering is en het subsidiesysteem niet kan vervangen. Hij wil wel een aantal Angelsaksische systemen onderzoeken.

Tijdens de besprekingen in de commissie van 13 november ging heel wat aandacht uit naar het gecoördineerde vrijwilligersbeleid. De minister ziet de Verenigde Verenigingen als de primaire partner om hier samen werk van te maken. De vergoeding van vrijwilligers is voor hem in deze discussie niet van primordiaal belang.

Internationaal

In het internationale cultuurbeleid wil de minister niet van nul beginnen. Hij neemt de opgebouwde expertise van zijn voorganger mee. De grote instellingen krijgen een vuurtorenfunctie maar ook het sociaal-cultureel volwassenenwerk zal hierin ook een rol toebedeeld krijgen.

Lokaal

Lokaal Cultuurbeleid

Bart Caron (Groen) gaf nogmaals aan dat het FOV-voorstel ‘New Deal’ aanzetten geeft om via een klein budget een licht stimulerend beleid te voeren op het lokale niveau, waardoor een kleine link tussen Vlaanderen en het lokale cultuurbeleid behouden zou kunnen blijven. De minister zegde toe om het voorstel van de FOV te bekijken en na te gaan of het inpasbaar en complementair is met de beleidssporen die reeds werden getrokken.

Voor Marius Meremans (CD&V) is het begrijpelijk dat de ingrepen op het lokaal cultuurbeleid ongerustheid teweeg brengen, maar volgens hem kan je deze ingrepen ook zien als een ‘upgrade’ van het lokale niveau; het cultuurbeleid maakt deel uit van dit lokale beleid. Vlaanderen kan misschien nog impulsen geven, maar het beleidsdomein Cultuur is al ingebakken in het lokale beleid. Dat neemt niet weg dat het klopt dat we waakzaam moeten zijn. Minister Gatz geeft aan dat de monitoringrapporten er voor 2020 zullen moeten komen.

Lokale cultuurinfrastructuur

Er is al veel lokale cultuurinfrastructuur. De uitdaging ligt volgens Bart Caron niet in méér infrastructuur, maar wel in duurzame renovatie. Vlaanderen zou gemeentes kunnen stimuleren om samen te werken. Een ‘slimme’ inventarisatie dringt zich op waaruit een concreet actieplan moet volgen. Ook volgens Marius Meremans is intergemeentelijke samenwerking het te volgen pad.

De minister geeft aan dat het even zal duren voor een slimme inventarisatie beschikbaar is. Vanuit Vlaanderen kan wellicht een bemiddelende rol worden opgenomen om intergemeentelijke samenwerking te stimuleren. De minister wil hier een perspectief aan koppelen en een, naar eigen zeggen voorzichtig uitgedrukt, een nieuwe dynamiek stimuleren.