Beginpagina > Europa licht (Vlaams) EVC-beleid door


Europa licht (Vlaams) EVC-beleid door

woensdag 10 december 2014

Er is nog werk aan de winkel voor lidstaten die de talenten, kennis en competenties willen valideren die mensen hebben verworven buiten de context van school of opleiding. Dat blijkt uit een inventarisatie van recente ontwikkelingen (sinds 2010) betreffende de validering van niet-formeel en informeel leren in 33 landen. De Europese Commissie gaf daartoe de opdracht. Naast een synthese van de Europese situatie, werden per land rapporten opgesteld. Ook de situatie in Vlaanderen werd in kaart gebracht.

Eind 2012 lanceerde de Europa een zogenaamde "Aanbeveling inzake de validatie van niet-formeel en informeel leren". Positief daarin was de aandacht voor competenties die men in het vrijwilligerswerk verwerft. In zijn totaliteit hanteerde het document helaas een te eng economisch discours.

Europa spoort lidstaten aan om tegen 2018 de nodige instrumenten in het leven te roepen om een EVC-beleid mogelijk te maken. Het gaat dan voornamelijk om strategieën, wettelijke kaders, methodes en de betrokkenheid van stakeholders. Deze aspecten werden voor de verschillende lidstaten (Vlaanderen en Wallonië werden apart behandeld) tegen het licht gehouden.

Hoe staat Europa ervoor?

Algemeen gesteld, blijkt dat landen steeds meer inspanningen leveren om erkenningsprocessen te ontwikkelen en te stroomlijnen, maar dat nog meer inspanningen nodig zijn. Hoewel de betrokkenheid van ’stakeholders’ is toegenomen, is de dialoog tussen de sectoren waar enerzijds formele en anderzijds niet-formeel/informele educatie plaatsvindt, nog te beperkt.

Er liggen dus nog uitdagingen voor de boeg, aldus het rapport. We stippen er enkele aan:

  • Weinig kennis van de voordelen van het valideren van elders verworven competenties (EVC) , vooral bij het brede publiek;
  • Elders verworven competenties worden nog te weinig gewaardeerd door werkgevers;
  • Erkenningsprocedures zijn in heel wat landen nog te duur en te omslachtig;
  • Te weinig landen hebben een alomvattend systeem om elders verworven competenties te erkennen.

Hoe staat Vlaanderen ervoor?

Voor waarnemers in Vlaanderen klinken deze aanbevelingen bekend in de oren. Sla de publicatie "Blijven Leren! De toekomst." van de Vlaamse Onderwijsraad er maar op na. De Vlaamse Overheid heeft zichzelf tot doel gesteld om deelname aan levenslang leren te verhogen tot 15% van de 25-64-jarigen. De Vlaamse Regionale Indicatoren geven aan dat de we voorlopig nog niet aan de helft van dit percentage komen.

Het doelpercentage van 15% halen is niet mogelijk zonder het verder ontwikkelen en valoriseren van talenten. De (h)erkenning van competenties die buiten het onderwijs zijn verworven spelen daarin een belangrijke rol. Het rapport voor Vlaanderen gaat daar dieper op in.

In Vlaanderen bestaan er in uiteenlopende sectoren verschillende ‘frameworks’ voor EVC. Bijgevolg zijn hier verschillende departementen van de overheid bij betrokken: het departement Onderwijs en Vorming (regulier onderwijs en volwasseneneducatie), het Departement Werk en Sociale Economie (ervaringsbewijzen) en het Departement Cultuur, Jeugd Sport en Media. Wat dat laatste domein betreft, verwijst het rapport uitgebreid naar Oscar en de uitbreiding die het systeem heeft gekend naar de amateurkunsten, de erfgoedsector, de Vlaamse Scholierenkoepel en de Vlaamse Verenigingen Jeugd.

Per domein bekijkt het rapport de EVC-procedures, de wettelijke kaders en de bijbehorende financiering, de verschillende praktijken, de informatieverstrekking, en kwaliteitscontrole. Er wordt heel wat heil verwacht van de Vlaamse kwalificatiestructuur (VKS) om de koppeling van verschillende procedures binnen onderwijs, werk, cultuur, jeugd en sport mogelijk te maken. Dat moet de dialoog tussen deze verschillende sectoren op het vlak van EVC verbeteren, aldus het landenrapport voor België.

De VKS moet een referentiekader worden voor EVC-procedures, maar dit lijkt voorlopig slechts in beperkte mate het geval te zijn. De VKS voorziet ook ruimte voor zogenaamde "maatschappelijke rollen", waarin onder andere ruimte kan worden gecreëerd voor vrijwilligerswerk. In de praktijk blijkt de omschrijving daarvan niet altijd goed aan te sluiten bij het formalistische karakter van de VKS. De vraag in welke mate dit ook wenselijk is, leeft nog steeds.

Momenteel wordt in de sociaal-culturele sector gewerkt aan een beroepenstructuur. Doel is om een aantal agogische beroepen in het brede veld in kaart te brengen. Hiervoor is ook een dialoog opgestart met AKOV, het Agentschap voor Kwaliteit in Onderwijs en Vorming, dat een centrale rol speelt in de uitrol van de VKS.

Het volledige rapport vindt u op de webpagina van Cedefop, the European Center for the Development of Vocational Training.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA