Beginpagina > Ambitie in tijden van besparingen


Ambitie in tijden van besparingen

woensdag 3 juni 2015

"Het leven wordt steeds duurder" is een cliché. Tegelijk is het een realiteit waaraan ook sociaal-culturele organisaties niet ontsnappen. De voorziene indexering - die al enige jaren niet volledig wordt uitbetaald - volstaat niet om alle toenemende kosten te dekken. Denk maar aan de stijgende anciënniteit van personeelsleden. Het decreet voorziet nochtans een mechanisme om hieraan tegemoet te komen: de levensduurte.

Verarming voorkomen

De enveloppesubsidies voor sociaal-culturele organisaties worden om de vijf jaar bepaald. Eind 2015 is het weer zover, aangezien we aan de vooravond van de beleidsperiode 2016-2020 staan. Onvermijdelijk komt dan het begrip ’levensduurte’ in zicht. Dit concept werd in 2008 ingevoerd met de expliciete bedoeling om bijkomende kosten op te vangen die niet gevat worden door de gezondheidsindex. Zo wil het beleid voorkomen dat organisaties de facto steeds armer worden.

Als sectorfederatie blijven we ijveren voor de volledige uitvoering van de decretale bepalingen die van invloed zijn op de subsidie-enveloppe. Ondanks de besparingscontext, blijft het in beeld brengen van waar het decreet sociaal-culturele organisaties recht op geeft, legitiem. Net in budgettair moeilijke tijden is een correcte uitvoering van de decretale bepalingen noodzakelijk.

Geen geïsoleerd gegeven

Tijdens de vorige beleidsperiode ontbrak het de Vlaamse overheid aan middelen om de levensduurte uit te keren. Maar ook op andere vlakken liep onze sector heel wat middelen mis.

Zo werd bijvoorbeeld de experimentenregeling bij de verenigingen slechts eenmaal uitgevoerd, zagen de vormingplus-centra, etnisch-culturele federaties en heel wat bewegingen hun subsidies drastisch verlaagd, werden de beleidsprioriteiten niet uitgevoerd, de gezondheidsindex niet volledig uitbetaald, waren er onvoldoende middelen voor de bewegingen en vormingsinstellingen en werd in 2014 nog eens een bijkomende besparingen van om en bij de 5 % aangekondigd.

Dit stelde organisaties voor zware budgettaire uitdagingen. Ze probeerden hier zo min mogelijk aanbod en personeel onder te laten lijden, maar een dergelijke derving aan middelen laat onvermijdelijk sporen na.

Loondrift

Een bijzonder zwaarwegende factor in de levensduurte is de anciënniteit van de personeelsleden. Organisaties doen enerzijds hun best om jongeren professionele kansen te bieden, anderzijds is het ook belangrijk om expertise en ervaring te borgen in de organisatie. Werknemers hebben recht op anciënniteit. Dit wordt niet gedekt door de indexstijging. Een lange staat van dienst betekent dus een belangrijke meerkost voor werkgevers. Inspanningen om mensen te binden aan de organisatie en langer aan het werk te houden, worden zo financieel zeer moeilijk haalbaar. En dat terwijl onze overheden aan iedereen inspanningen vraagt om langer in dienst te blijven.

Door de voortdurende desindexering en de baremieke stijgingen wordt de kloof tussen inkomsten uit subsidies en uitgaven voor tewerkstelling steeds groter. Deze situatie is op termijn onhoudbaar. Dat toont onderstaande grafiek duidelijk aan.

Het aantal personeelsleden in de sector is de afgelopen jaren min of meer constant gebleven (lichte daling). De personeelskosten daarentegen zijn zeer sterk toegenomen. Dit is een spagaat die onhoudbaar is.

Ambitie in tijden van besparingen

Naar goede FOV-traditie zitten we echter niet bij de pakken neer. Wij geloven dat ook een crisis kiemen van oplossingen in zich kan dragen. Met Veerkracht, Wascabi, de New Deal en heel wat andere initiatieven willen we als de FOV ook voortdurend inspiratie geven over (en zoeken naar) manieren om – zelfs in deze tijden - een ambitieus beleid te voeren voor de honderdduizenden sociaal-culturele engagementen in Vlaanderen en Brussel.

Daartoe schreven we een nota waarin we niet enkel ’levensduurte’ uitdiepen, maar ook een ander decretaal mechanisme aangrijpen om ambitieus uit de hoek te komen: de beleidsprioriteiten.

We kiezen er namelijk voor de beleidsprioriteiten in belangrijke mate te verbinden aan het New Deal-voorstel. Dit nieuwe beleidskader schreven we vanuit een sterke focus op de ambities in het Vlaamse regeerakkoord en kan rekenen op een grote mate van interesse en bijval binnen de sector en over de sector- en partijgrenzen heen. De nota kwam tot stand na intensief overleg met de sector en kent een sterk draagvlak.

Voor ons is dit dus meer dan een verhaal over enkele bepalingen in het decreet. Voor ons is dit geen oefening in het ijle, ondanks de budgettaire beperkingen. Dit is een constructieve én kritische aanzet tot dialoog. U vindt de nota als bijlage in de rechterkolom.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA