Beginpagina > Geen geld voor beleidsprioriteiten


Geen geld voor beleidsprioriteiten

donderdag 10 september 2015

Dinsdag 14 juli was geen vakantiedag voor de Commissie Cultuur. Een belangrijk gespreksonderwerp die dag betrof de beleidsprioriteiten voor het sociaal-cultureel werk. In principe zouden die worden bekend gemaakt op 30 juni 2015. Dat was echter niet gebeurd. Caroline Bastiaens (CD&V) bond de kat de bel aan en vroeg minister Gatz om uitleg. Diens antwoord: "Ik leg geen beleidsprioriteiten vast. De enige motivering is budgettair. Er zijn geen bijkomende middelen beschikbaar."

Beleidsprioriteiten?

Enige tijd geleden publiceerde FOV een uitgebreide nota ‘Levensduurte en beleidsprioriteiten’ waarin ze een aantal beleidsprioriteiten voor de beleidsperiode 2016-2020 formuleerde (zie vorig bericht). Op die manier gaven we als sector, geheel in de geest van het decreet sociaal-cultureel werk, een inhoudelijke voorzet voor de invulling van de beleidsprioriteiten. Datzelfde decreet bepaalt immers dat de minister vóór 30 juni van het jaar dat voorafgaat aan de nieuwe beleidsperiode (2015 dus), de beleidsprioriteiten voor verenigingen en gespecialiseerde vormingsinstellingen vastlegt en bekendmaakt. Op die manier ontstaat een win-winsituatie: organisaties kunnen hun structurele enveloppe zien toenemen door mee te werken aan de prioriteiten die de bevoegde minister, in overleg met de sector, belangrijk vindt.

De commissieleden mengen zich in het debat

FOV maakte de nota tijdig over aan minister Gatz. Op 30 juni werden echter geen beleidsprioriteiten bekendgemaakt. Ook de leden van de Commissie Cultuur hadden deze nota ontvangen en vroegen zich af hoe de vork nu juist in de steel zit.

Caroline Bastiaens (CD&V) had een aantal vragen klaar voor de minister: “Wat is uw reactie op deze nota? Hebt u al een gesprek gehad met de FOV of zult u nog met hen in dialoog gaan? Wanneer zult u de beleidsprioriteiten vastleggen als dit nog niet is gebeurd? Indien er geen beleidsprioriteiten worden vastgelegd, waarom zult u dat dan niet doen?

Yamila Idrissi (sp.a) sloot zich aan bij de vraag, terwijl Marius Meremans (N-VA) meteen enkele kanttekeningen maakte: extra middelen voor de beleidsprioriteiten zouden volgens hem wel eens ten koste kunnen gaan van de uitbreiding van het aantal gesubsidieerde initiatieven. En waar moeten die middelen dan wel vandaan komen? Is het bovendien wel opportuun om nu nog beleidsprioriteiten uit te schrijven, "wetende dat we spreken over een decretaal kader dat zal worden geëvalueerd en zal worden herwerkt"?

Voorzitter Bart Caron (Groen) voegde het zijne er aan toe: “De projectmiddelen zijn ook al verdwenen uit het sociaal-cultureel werk. De structurele subsidies zijn afgekalfd. Ik pleit er toch voor, minister, zelfs in het licht van een eventuele nieuwe regelgeving, om die sector niet meer pijn te doen, en toch wat te koesteren. Het is een heel belangrijke sector voor de Vlaamse kwaliteit van leven en voor onze sociale cohesie, algemeen vormings- en verenigingswerk.

Minister Gatz: "Inspirerend, maar helaas geen middelen"

Minster Sven Gatz (Open Vld) had de sectornota wel degelijk ontvangen. Volgens hem betreft het “een informatief en inspirerend stuk” waarvan "de voorstellen voor beleidsprioriteiten aansluiten bij de kern van het sociaal-cultureel werk". "Maar", zo vervolgt de minister, "net als ik weet u dat er momenteel geen bijkomende middelen beschikbaar zijn, noch om bij te sturen wat de stijgende levensduurkosten betreft, noch wat het stellen van beleidsprioriteiten betreft." Hij vervolgt: " de betaalbaarheid van een duurzaam, kwalitatief en toekomstgericht sociaal-cultureel werk staat weliswaar hoog op mijn agenda. Ik zal deze elementen dan ook meenemen bij de hertekening van het decreet. "

Bastiaens en Idrissi: met open vizier naar een nieuw decreet

Hierop trok Caroline Bastiaens de kwestie open naar de aankomende gesprekken over het nieuwe decreet: "Hoe willen we, vertrekkende van de kracht van die organisaties en verenigingen, samen beleid maken en vorm geven aan de Vlaamse samenleving?" Ze juicht in ieder geval toe dat de minister aandacht wil geven aan nieuwe erkenningen.

Yamila Idrissi voegde daar nog het volgende aan toe: "FOV heeft een hele redenering opgebouwd en een heel aantal prioriteiten naar voren geschoven. In verband met de inkanteling in het Gemeentefonds hebben zij altijd heel constructief meegewerkt aan de New Deal en het impulsbeleid. Dat is heel nuttig. Ik hoor u daarover vandaag heel weinig zeggen. U neemt de bekommernissen mee bij de hertekening van het decreet. Ik denk dat de voorstellen die zij doen, vaak antwoorden zijn op een aantal prangende vragen. Ze kunnen meegenomen worden. Veel geld kosten ze niet, maar het zijn wel antwoorden op een aantal vragen die in de samenleving leven."

Het volledige verslag vind je op de website van het Vlaams Parlement.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA