vrijdag 25 maart 2016
We verwezen al naar dit initiatief in een artikel van eind februari (zie vorige berichtgeving. Daarin gaven we al aan dat het plan drie belangrijke thema’s naar voor brengt: ten eerste het wetgevend kader en het statuut van de vrijwilliger, ten tweede de versnippering van informatie voor en over vrijwilligers en ten derde de aanpak van overregulering. Hieronder gaan we wat dieper in op elk van deze drie assen.
Deze wet is federale materie en bepaalt het wetgevend kader waarbinnen vrijwilligers actief zijn. De nota van Gatz en Bourgeois benoemt enkele uitdagingen waarmee vrijwilligers concreet te maken krijgen en die aangepakt moeten worden. Zo kan de wet duidelijker wat betreft de behandeling van bestuursvrijwilligers door de fiscus. Ook de meldingsplicht bij de RVA voor wie een uitkering ontvangt en aan vrijwilligerswerk wil doen, vormt al te vaak een drempel. In bepaalde sectoren voelt men ook een toenemende druk om hogere vergoedingen te kunnen uitkeren aan vrijwilligers dan wat de wet toestaat. Oplossingen hiervoor liggen echter eerder buiten de vrijwilligerswet, zo lezen we in de nota. Ook FOV wil geen verdere uitholling van deze vergoedingsregels: discussies over toepassingen in de semi-agorale sfeer moeten buiten de context van de vrijwilligerswet gevoerd.
In de conceptnota stellen de ministers de vraag hoe de ondersteuning van het lokale middenveld beter gestructureerd kan worden. Tal van organisaties en instellingen herbergen heel wat kennis en expertise over vrijwilligers en vrijwilligersbeleid, maar al die informatie is nog te versnipperd. Dat moet transparanter en beter gedeeld. Mogelijke thema’s voor dergelijke kennisdeling zijn: vrijwilligersbeleid voor organisaties, wetgeving, aansprakelijkheid en verzekering, fiscaliteit en vorming en competentiemanagement. In haar ambitiebundel Veerkracht, wees FOV al op de mogelijkheid van een portaalsite voor het brede sociaal-cultureel werk, gefaciliteerd door de Vlaamse overheid. Daar moeten organisaties en vrijwilligers informatie kunnen vinden over bijvoorbeeld waar ze rekening mee moeten houden bij het organiseren van activiteiten.
Zowel op federaal, Vlaams als op lokaal niveau doen de ministers enkele voorstellen om bestaande regels te vereenvoudigen, bijvoorbeeld in verband met de fiscale behandeling van vergoedingen die de verenigingen betalen.
Op federaal niveau wordt er dieper ingegaan op de complexiteit van de vzw-wetgeving, meer bepaald de procedures voor het opmaken, wijzigen en neerleggen van statuten. Het e-griffie project waarbij vzw’s statuten elektronisch kunnen neerleggen is nog steeds niet voltooid. Dat stelt ook FOV met lede ogen vast. Bovendien, aldus FOV, wordt het tijd dat kleine vzw’s van bepaalde boekhoudkundige verplichtingen worden verlost.
Op Vlaams niveau willen de ministers een vereenvoudigen van de voor vrijstellingsprocedure voor onroerende voorheffing voor jeugdlokalen en jeugdhuizen en de regels voor kampvuren.
Op lokaal niveau willen ze de regelgeving in verband met brandveiligheid beter afstemmen op verenigingslokalen. Ook mag er gesnoeid worden in de wildgroei aan gemeentelijke reglementen voor het organiseren van feesten.
Een zogenaamde ’Horizontaal Overleg Vrijwilligersbeleid’ zal de voornemens uit de conceptnota uitwerken in een actieplan tegen het zomerreces 2016.
De volledige nota vind je terug in de rechterkolom.