Minister Gatz zoekt draagvlak rond decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk

Overleg. Nog eens, nog eens en nog eens

“Laten we de tijd nemen die nodig is om tot een decreet te komen dat de sector de kans biedt te doen waar ze goed in is” (Caroline Bastiaens, CD&V); “Overleg met de sector, nog eens, nog eens en nog eens. Om elkaar te begrijpen. Doe dat in alle openheid” (Bart Caron, Groen); “Neem de juiste tijd om knelpunten door te praten en om tot een werkbare oplossingen te komen” (Yamila Idrissi, sp.a); “Er is koudwatervrees over het concrete en dat kan ik begrijpen, maar we moeten de sprong wagen” (Marius Meremans, N-VA); “We zullen de komende dagen en weken intens samenzitten. Dan kijken we of we kunnen verbeteren en of we de timing moeten aanhouden. Het overleg met de sector stopt niet” (Sven Gatz, Open VLD). De oproep van de FOV, een week eerder, om eindelijk via duurzaam overleg aan draagvlak te werken, viel niet in dovemansoren, zo veel is duidelijk.

To do: heldere en werkbare kaders rond beoordeling en subsidiëring

Tijdens de hoorzitting maakte de FOV duidelijk dat het operationele beleidskader in de conceptnota onvoldoende doorwrocht was om als basis te gelden voor een vlotte uitrol van een decreettekst. “ Onuitvoerbaar en onrealistisch “, zo sprak de sectorfederatie. Ze beriep zich daarvoor op een bevraging die door zo goed als alle leden werd beantwoord.

Ook de parlementsleden riepen de minister op een glasheldere tekening te maken over de procedures rond evaluatie, beoordeling en subsidiëring. Yamila Idrissi en Caroline Bastiaens vonden het daarbij allesbehalve evident om klakkeloos andere systemen over te nemen, zoals bijvoorbeeld uit het Kunstendecreet. Bart Caron meende uit de hoorzitting begrepen te hebben dat de sector laatdunkend zou doen over “expertenbeoordeling”: “Ik pleit ervoor dat we dit systeem doorzetten, liever dan de beoordeling aan de overheid over te laten”. Een vreemde tussenkomst, al was het maar omdat de sector al vele jaren - en tot haar tevredenheid - geëvalueerd en beoordeeld wordt door externe deskundigen. Het is net het nieuwe systeem dat nu voorligt dat meer overheidsinmenging dreigt uit te lokken.

Grenzen verleggen

Ook gaf de minister aan dat hij bij het uitschrijven van het decreet rekening zal houden met de oefening die FOV maakte over de beoordelingsprocedure. Het viel niet alleen de sector, maar ook diverse parlementsleden op dat omschrijvingen van het werkingsterrein van het sociaal-cultureel volwassenenwerk in de conceptnota van minister Gatz weinig offensief en eerder conserverend waren.

Dit leidde tot boeiende tussenkomsten over het belang van het intersectorale (ook buiten de zogenaamde vrije tijd) en het intergenerationele werken, de noodzaak aan een waardering van het brede internationale terrein van het sociaal-cultureel volwassenenwerk en van de specifieke rol van de organisaties die werken met, voor en door kansengroepen,… De minister leek hier niet doof voor te zijn, en verwees hiervoor ook naar verdere gesprekken met de sector. Het overleg moet nog van start gaan.