Beginpagina > De gewogen mening van de sector


De gewogen mening van de sector

dinsdag 31 mei 2016

De conceptnota van minister Gatz rond een nieuw decreet voor het sociaal-cultureel werk ligt klaar ter bespreking. Hij hoopt die nota snel te kunnen omzetten in een ontwerpdecreet. Maar wat denkt de sector over de geschetste ambities? Is wat voorligt de basis voor een werkbaar kader? Wij deden de test en kregen reacties van nagenoeg alle organisaties uit de sector. De belangrijkste resultaten lees je hier.

Echte participatie begint bij kennis

Om goed te kunnen meedenken en je oordeel te kunnen vormen over iets heb je diepgaande en toegankelijke informatie nodig. Niet altijd een eenvoudige opdracht. Zeker niet als je wil meedenken over wetteksten, conceptnota’s en decreten. Daarom ontwikkelde de FOV een website die je toelaat de geschetste procedure uit de conceptnota sociaal-cultureel werk te beleven vanuit organisatieperspectief. Dat maakt meepraten meteen een stuk doorleefder en eenvoudiger.

Wil je zelf de conceptnota eens "beleven"? Klik dan op deze link voor conceptnota Gatz "the real life experience". Een aanrader, zo wist ook minister Gatz in de Commissie Cultuur te vertellen. De minister deed zelf de test en vond het een zeer nuttige oefening om op deze manier doorheen zijn nota te surfen.

De sociaal-culturele organisaties werd gevraagd om na hun bezoek aan de site ook een bevraging in te vullen. De resultaten van deze bevraging zijn ondertussen bekend. Wij nemen je graag even mee doorheen de gewogen mening van een sector.

Om het in kunstenterminologie te vatten: "inhoudelijk goed - zakelijk onvoldoende"

Zoals we reeds in voorgaande berichtgeving schreven: 85% van de organisaties kan zich vinden in de uitgangspunten die in de conceptnota worden geformuleerd. Doelen, rollen en functies, het landelijke accent, één voortgangsrapport: het zijn vatbare en logische uitgangspunten waarin het merendeel van de sector zich herkent.

Teleurstelling is er over het ontbreken van een coherent verhaal over de regio, het internationale kader dat tot nog toe geen plaats kreeg (98% had dit liever wel een plaats gegeven) en ook het ontbreken van intergenerationele impulsen zorgt voor verbazing.

Een aanvullende bevraging rond vrije tijd leert ons dat 70% van de organisaties buiten de vrije tijd werkt. En dit zelfs in die mate dat 82% van de organisaties de invulling van vrije tijd zoals die nu in de conceptnota van Gatz wordt omschreven, niet hanteerbaar vindt.

En dan blijft er de vraag om meer ruimte te voorzien voor participatie (71%). Een functie die niet verplicht hoeft te worden, maar wel een mooie meerwaarde zou kunnen zijn binnen de functiemix.

Wat betreft de zakelijke aspecten van de nota is het oordeel van de organisaties veel minder mild. Het uniforme beoordelingssysteem (eenzelfde kader voor alle types van organisaties) kan niet op bijval rekenen. Slechts 10% van de organisaties ervaart dit als een vooruitgang.

Ook zijn de mogelijkheden tot dialoog en verhaal onvoldoende uitgewerkt. Volgens 96% van de organisaties vergroot dit het risico op onrealistische beslissingen aanzienlijk. Ook het gebrek aan zekerheid over financiële middelen na een positieve beoordeling van de werking blijft een zeer groot probleempunt, zo geeft 89% van de organisaties aan. Een rankingsysteem zoals in de kunstensector strookt volgens 92% van de organisaties volledig niet met het uitgangspunt van de minister om duurzaam te blijven ondersteunen.

Het zakelijk oordeel is hard, maar kunst - of althans de procedure die in het kunstendecreet gehanteerd wordt - zal de sociaal-culturele sector niet redden. De geschetste kaders in de conceptnota stroken niet met de intenties van de minister en de ambities van de sector.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA