Beginpagina > Vrijetijdswerk: een nieuw statuut voor de grijze zone tussen (...)


Vrijetijdswerk: een nieuw statuut voor de grijze zone tussen vrijwilligerswerk en reguliere arbeid

donderdag 14 september 2017

De non-profit sector is een sector die draait op geëngageerde medewerkers en vrijwilligers. Waar medewerkers betaald worden en onder de arbeidswetgeving vallen, is vrijwilligerswerk per definitie onbezoldigd. De praktijk stelt echter vast dat deze kaders in sommige gevallen niet volstaan. Al geruime klinkt de vraag in de brede non-profit sector naar een regeling voor enkele specifieke functies binnen deze sector.

Onkostenvergoeding, geen prestatievergoeding

Op dit moment werken organisaties in de non-profitsector vaak met vrijwilligers en/of met reguliere arbeidskrachten (werknemers, freelancers, …). In verschillende non-profitsectoren zijn er echter een aantal specifieke functies waarvoor de huidige vergoedingsregeling binnen de vrijwilligerswet niet volstaat. Denk maar aan vrijwillige lesgevers, dirigenten, koorleiders, trainers en scheidsrechters. Voor deze groepen wordt de forfaitaire onkostenvergoeding op dit moment vaak oneigenlijk gebruikt. Deze vergoeding is immers bedoeld als onkostenvergoeding, niet als prestatievergoeding. Ook reguliere arbeid is vaak geen haalbare optie omwille van financiële en administratieve redenen.

Er bestaat al langer een vraag vanuit verschillende sectoren naar een regeling voor die activiteiten die thans tussen wal en schip vallen. Ook de Hoge Raad voor Vrijwilligers heeft hierover een advies geschreven met de vraag om een apart statuut in het leven te roepen.

Om hieraan tegemoet te komen gaf minister Muyters de opdracht aan de Vrije Universiteit Brussel om een zogenaamd semi-agoraal statuut uit te werken. Een belangrijk uitgangspunt hiervoor was het zuiver houden van het pure, onbezoldigde vrijwilligerswerk. In eerste instantie werd specifiek voor de sportsector het statuut van vrijetijdswerker uitgewerkt.

Vervolgens heeft minister Maggie De Block, de bevoegde federale minister, laten onderzoeken of een dergelijk statuut ook voor andere sub-sectoren aangewezen zou zijn. In het meest recente Zomerakkoord van de Federale Regering is er tenslotte een regeling goedgekeurd voor het vrijetijdswerk.

Wat houdt dit statuut nu concreet in?

Deze regeling is op dit ogenblik nog niet volledig maar werd als volgt gecommuniceerd: ‘Inkomens die voortkomen uit vrijetijdswerk, specifieke functies in de non-profitsector, zullen vanaf 1 januari 2018 voor maximum € 500 per maand vrijgesteld zijn van RSZ-bijdragen en belastingen.’ Met andere woorden: er komt een regeling waarin men voor een aantal specifieke activiteiten wel prestatievergoedingen mag geven. Vrijetijdswerk valt hiermee buiten de Vrijwilligerswet en is ook géén vrijwilligerswerk. Er is momenteel nog geen duidelijkheid over welke specifieke functies dit zou gaan in de non-profitsector.

De maximale vergoeding voor vrijetijdswerk zal 6.000 euro per jaar bedragen, vrijgesteld van RSZ-bijdragen en belastingen. Het statuut zal enkel toegankelijk zijn voor mensen die minstens voor 4/5 tewerkgesteld zijn in het kader van een hoofdactiviteit of voor gepensioneerden. Wie halftijds werkt, wie werkloos is, een leefloon ontvangt, kan niet van dit regime genieten. De RSZ zal een elektronisch register ontwikkelen om alles in bij te houden.

Het nieuwe statuut zal wellicht vanaf 1 januari 2018 van kracht gaan.

Wij kijken alvast met zeer veel belangstelling uit naar het overzicht van de verschillende functies waarop het statuut van vrijetijdswerker van toepassing zou kunnen zijn.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA