maandag 13 november 2017
In 2017 organiseerde minister Gatz een derde Burgerkabinet met Brussel als centraal thema. Deelnemers kregen de vraag “Hoe beleef ik Brussel?” voorgeschoteld. Naast deze hoofdvraag werden ook een aantal specifieke deelvragen naar voor geschoven.
Wat verwacht de Vlaming en Brusselaar van Brussel? Wat trekt hen aan in Brussel? Wat helemaal niet? Hoe informeren ze zich over Brussel? Hoe kunnen de relaties tussen inwoners van Vlaanderen en inwoners van Brussel versterkt worden?
Gelijktijdig met het traject aan Vlaamse zijde liep ook aan Waalse zijde een gelijkaardig traject onder impuls van minister Rachid Madrane (PS).
Het Burgerkabinet Brussel bestond uit twee fasen: eerst een voortraject met een online platform en mini-Burgerkabinetten georganiseerd door lokale organisaties, vervolgens een bijeenkomst in het Vlaams Parlement waar de aanbevelingen voor het beleid geformuleerd werden. 3.451 geïnteresseerden bezochten het online platform. Het voortraject kon rekenen op meer dan 496 deelnemers die aan de hand van discussies en het delen van ervaringen tot 337 ideeën kwamen. 153 deelnemers uit het voortraject schreven zich in om in het Vlaams Parlement de ideeën verder uit te werken tot beleidsaanbevelingen voor de minister.
Aan de hand van 12 thema’s kwam het Burgerkabinet tot 108 voorstellen voor het beleid. Hieronder een aantal opmerkelijke ideeën uit het Burgerkabinet Brussel:
In de beleidsbrief Brussel kondigde minister Gatz ook al aan dat hij in het komende werkjaar werk wil maken van een aantal concrete voorstellen uit het Burgerkabinet. Zo zal hij inzetten op een burgerbudget cultuur, waarbij cultuurinstellingen in Brussel een stukje van hun budget vrijmaken om te laten invullen door het publiek.
Verder zal Gatz voluit inzetten op de promotie van Brussel. Hij wil meer scholen naar Brussel laten komen; hij wil studenten als ambassadeurs voor Brussel inzetten en hij wil meer scholieren en ambtenaren betrekken bij grote feesten in de stad zoals de 11 juli-viering en de Irisfeesten. Gatz zal in overleg met enkele Brusselse organisaties ook nog verder bekijken hoe de overige aanbevelingen kunnen uitgewerkt worden.