Advies over vrijstelling reisbureau-wetgeving

Vlaams minister van Toerisme, Geert Bourgeois, werkt momenteel aan een nieuw decreet voor de reisbureaus. In zijn ontwerp van decreet poogt hij de vrijstellingsregeling, die van toepassing is op de culturele sector, beter te omschrijven dan in de wet van 1965. Die nieuwe omschrijving moet onder andere [*vermijden dat culturele organisatoren vergunningsplichtig zijn*], wanneer zij een meerdaagse uitstap of reis organiseren.

3Advies Raad voor Cultuur3 Omdat het organiseren van meerdaagse reizen in de culturele en sociaal-culturele sector legio geworden is, bracht de Raad voor Cultuur recent een advies uit over het ontwerpdecreet van Bourgeois.
Het advies focust logischerwijs vooral op de vrijstellingsbepalingen die worden verleend aan de (sociaal-)culturele sector.

De Raad adviseert in eerste instantie een [*betere omschrijving van de culturele sector*] dan deze die in het ontwerpdecreet van Bourgeois is opgenomen. De [*vrijstellingsregeling*] moet niet alleen gelden voor de landelijke secretariaten van organisaties maar ook voor hun regionale en lokale groepen of afdelingen.
Daarnaast zouden ook [*niet-leden toegelaten*] moeten worden tot reizen die de (sociaal-)culturele sector organiseert.

In tweede instantie stelt de Raad voor om mensen uit organisaties die niet-vergunningsplichtig zijn op te nemen in de adviescommissie die oordeelt over de vergunningen.

[(Download in de rechterkolom het ’advies over het statuut van reisbureaus’ (2 mei 2006) van de Raad voor Cultuur. Dit advies wordt formeel bekrachtigd door de Raad op 1 juni 2006.)]