dinsdag 13 juni 2006
Het wettelijke kader van de reisbureausector dateert van 1965 en strookt niet meer met de recente ontwikkelingen in de reissector.
Het goedgekeurde voorontwerp van decreet definieert duidelijker de reisbureauactiviteiten, maakt een krachtdadige aanpak van misbruiken mogelijk, expliciteert wie niet onder de vergunningsplicht valt en stelt hogere kwaliteitseisen.
3Geen achterpoortjes meer3
Het nieuwe decreet bepaalt dat voortaan een vergunning als reisbureau vereist is wanneer men reizen of logies van derden aanbiedt of een combinatie van reizen met logies.
3Wie is vrijgesteld?3
De jeugd-, sport-, en cultuursector werden betrokken bij de totstandkoming van het decreet en hebben een vrijstelling van de vergunningsplicht kunnen bedingen. Op die manier worden ondermeer schooluitstappen, reisinitiatieven van verenigingen en scouts- of chirokampen niet onmogelijk gemaakt.
Wie is vrijgesteld?
3Hogere kwaliteitseisen of meer bureaucratie?3
Alle verantwoordelijken van een reisbureau moeten voldoen aan een reeks voorwaarden inzake beroepsbekwaamheid. Welke precies, wordt later nog bepaald. Op die manier heeft de consument meer zekerheid over een kwalitatieve dienstverlening en is het reisbureau beschermd tegen mislukkingen.
Dit valt niet in goede aarde bij de federale regering die een dergelijke maatregel een belemmering vindt voor de groei van nieuwe bedrijven en een corporatistische afscherming van de sector. “De federale regering schaft de stroeve vestigingswet af, de Vlaamse Regering gaat ze dan eens gauw opnieuw invoeren”, aldus de federale staatssecretaris Vincent Van Quickenborne.
3Hoe verder?3
Recent bracht de Raad voor Cultuur een advies uit over het ontwerpdecreet van minister Bourgeois. Het voorontwerp van het nieuwe decreet op de reisbureaus wordt nu voor advies bezorgd aan de SERV, vervolgens aan de Raad van State. Daarna komt het terug op de regeringstafel voor een definitieve goedkeuring en gaat de tekst naar het Vlaams Parlement.
3Meer info3 Meer info op www.toerismevlaanderen.be.