Beginpagina > Hervorming volwassenenonderwijs


Hervorming volwassenenonderwijs

woensdag 20 december 2006

Onderwijsminister Frank Vandenbroucke kreeg op 1 december het fiat van de Vlaamse regering voor zijn plannen met het volwassenenonderwijs. Een nieuw decreet moet het volwassenenonderwijs sterker, beter, soepeler en evenwichtiger gespreid maken. Of de plannen van de minister onverkort zullen gerealiseerd worden blijft een grote vraag. De klassieke onderwijsnetten reageren niet enthousiast.

3Nieuwe structuur3 Het volwassenenonderwijs wordt vandaag gerealiseerd in 117 [*centra voor volwassenenonderwijs*] (CVO’s). Ongeveer 320.000 mensen volgen er les.
De [*basiseducatie*], die tot dusver een wat aparte positie inneemt, wordt aangeboden in 29 centra (CBE’s) en bereikt 32.000 cursisten.
Aan de structuur van het volwassenenonderwijs wil de onderwijsminister drastisch sleutelen. Er komen [*13 consortia in afgebakende regio’s*], waarbinnen de aanwezige instellingen voor volwassenenonderwijs en de instellingen voor basiseducatie zullen samenwerken. De 29 centra voor basiseducatie worden alvast herleid tot 13 grotere centra, één per consortium.
De territoriale afbakening van de consortia spoort jammer genoeg niet met de indeling van de werkingsgebieden van de volkshogescholen.
Alvast in de provincie West-Vlaanderen (2 consortia) is een andere indeling gehanteerd dan bij de Vormingplussen (3 gebieden), net zoals in de provincie Limburg, waar twee consortia staan tegenover één werkingsgebied voor de Limburgse Volkshogeschool. Ook het werkingsgebied van het consortium rond de stad Antwerpen wijkt af van de regio die Vormingplus Antwerpen bedient.

3Samenwerking3 Binnen de consortia zal nagegaan worden of er [*overlap of leemtes*] zijn in het aanbod.
De CVO’s en CBE’s zullen ook afspraken maken met de [*andere opleidingsverstrekkers*]. In de Memorie van Toelichting wordt dit als volgt verwoord:

"Elk van deze aanbodsverstrekkers heeft een eigen maatschappelijke opdracht en finaliteit. Evenwel kan er vastgesteld worden dat heel wat overlappend opleidingsaanbod is. Ook hier kunnen afspraken en afstemming leiden tot een meer rationele inzet van de bestaande middelen en tot een algemeen betere dienstverlening naar de cursist toe, wat dan weer moet leiden tot een verhoogde participatie aan levenslang leren.
Op Vlaams niveau werd recent de Dienst Informatie Vorming en Afstemming (DIVA) geheroriënteerd naar een organisatie gericht op het tot stand brengen van een geïntegreerd opleidings- en vormingsbeleid. Hiertoe worden de aanbodsverstrekkers gestimuleerd zich te organiseren tot een goed presterende opleidingsmarkt, die lerenden tegen een billijke prijs op elk moment, in elke situatie een aanbod kunnen aanbieden dat aan hun noden beantwoord. De operationele afstemming ligt in grote mate in de handen van de opleidingsverstrekkers zelf, zij het aangestuurd door de overheid.
Op regionaal niveau kunnen de consortia volwassenenonderwijs het aanspreekpunt worden voor andere opleidingsverstrekkers om de operationele afspraken binnen DIVA op regionale schaal te implementeren."

3Andere inschrijvingsgelden3 De nieuwe berekening van de inschrijvingsgelden lokt nogal wat reactie uit. In de toekomst wordt een [*standaardtarief van 1 euro per uur*] aangerekend. In het verleden was dit 0,39 tot 0,78 euro per uur.
Er blijft nog een reeks doelgroepen die zal genieten van een gehele of gedeeltelijke [*vrijstelling*] (inburgeraars, werkzoekenden, en anderen), maar de vrijstellingen zijn beperkter dan in het verleden.
De minister wil de cursist met de nieuwe inschrijvingstarieven meer [*responsabiliseren*]. In het verleden schreven immers nogal wat cursisten in zonder het voornemen om ook te slagen voor de opleiding. Critici van het verhoogde inschrijvingsgeld denken dat op deze manier een [*deelnamedrempel*] wordt gecreëerd.

3Advies van de VLOR3 In de Raad Levenslang en Levensbreed Leren (van de Vlor) wordt een advies voorbereid over het ontwerp van decreet.
Nu is reeds duidelijk dat de diverse klassieke [*onderwijskoepels*] (Guimardstraat voor het katholiek onderwijs, het gemeenschapsonderwijs, OVSG voor het stedelijk en gemeentelijk onderwijs) niet erg opgezet zijn met grote onderdelen van het ontwerpdecreet. De nieuwe structurering en de financiering zinnen deze belangrijke actoren niet. Ook de positionering van de basiseducatie, die met het decreet volledig in de onderwijscontext wordt opgenomen, wordt niet op instemming bij de "gevestigde" onderwijskoepels onthaald.
Het Vlaams Parlement zal hoe dan ook een vette kluif hebben aan dit nieuwe onderwijsdecreet. Minister Vandenbroucke wil bepaalde delen van het decreet reeds laten ingaan op [*1 september 2007*].


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA