Beginpagina > Onderzoek: Ondersteuning in het vrijwilligerswerk(veld)


Onderzoek: Ondersteuning in het vrijwilligerswerk(veld)

woensdag 14 maart 2007

Tijdens een studiedag op 5 maart ‘Schrijnwerkers m/v, voor een goede omkadering van vrijwilligers’, stelde het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk een studie voor: “Ondersteuning in het vrijwilligerswerk(veld), een kwalitatief en verkennend onderzoek”.

3Nood aan (transparant) onderzoek3 Tuur Hoste, voorzitter van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk, merkt in zijn voorwoord terecht op dat er nood is aan “[*gegevens die zowel de vrijwilligerssector zelf als de overheid in staat moeten stellen op een gefundeerde basis beleid te kunnen ontwikkelen.*] [...] Ook het werkveld zelf moet hiervoor open staan en bereid zijn een inspanning te leveren om de gevraagde gegevens boven water te halen”.
Het opzet en de doelstelling van het onderzoek zijn verdienstelijk. De uitwerking is methodologisch niet altijd even transparant. Dit komt tot uiting in bijvoorbeeld het gebruik van de term ‘koepelorganisatie’ en het gebruik van niet geannoteerde interviews. De voornaamste doelstelling van de bevraging is zicht krijgen op de ondersteuning in het brede vrijwilligerswerkveld. Op welke wijze ondersteunen organisaties hun vrijwilligers? Waar halen organisaties de mosterd vandaan?

3Hoe ondersteunen organisaties hun vrijwilligers?3 Er lijkt volgens het onderzoek een consensus te bestaan over het feit dat een degelijke ondersteuning een absolute voorwaarde is om met vrijwilligers te werken. De manier waarop dit vorm wordt gegeven hangt af van [*de plaats van de vrijwilliger binnen de organisatie*]. Deze plaats varieert volgens de aard van de organisatie. Bijvoorbeeld een vrijwilligersorganisatie versus een professionele organisatie die vrijwilligers inschakelt. Ook de [*gehanteerde visie op ondersteuning*] blijkt van groot belang: primeert de werking of primeert het welzijn van de vrijwilliger?

3Wie ondersteunt de organisaties?3 Veel organisaties geven aan bijna permanent en actief ondersteund te worden door een educatief medewerker van de koepelorganisatie. Er is een grote [*deskundigheid aanwezig in de koepels*]. Koepelstructuren blijken ook groot belang te hechten aan [*belangenbehartiging*]. Een belangrijke conclusie in dit hoofdstuk is dat de [*vrijwilligerswet*] voor beter gestructureerde organisaties die reeds een visie en een beleid over het vrijwilligerswerk uitstippelden, [*niet veel nieuwigheden of meerwaarde*] biedt.

3Welke ‘externe’ ondersteuning doet het goed?3 De [*Steunpunten Vrijwilligerswerk*] blijken goed bekend te zijn. Zij komen tegemoet aan een nood aan informatie. Voor de meer projectmatige en/of financiële kant vinden organisaties vlot de weg naar de [*Koning Boudewijnstichting*]. De [*Hoge Raad voor Vrijwilligers*] moet volgens het onderzoek nog aan het imago te werken. Van [*de overheid*] verwachten organisaties een actievere -lees financiële- inbreng.

3Toenemende druk3 Organisaties geven aan een toenemende druk te ervaren, zeker als zij niet bij een koepel zijn aangesloten. Enerzijds wordt de [*vrijwilliger kritischer,*] anderzijds wordt [*"netwerken" rond vrijwilligerswerk belangrijker*]. Vanuit deze conclusie stelde het Steunpunt enkele [*beleidsaanbevelingen*] op. Het kan natuurlijk nooit genoeg gezegd worden, er is behoefte aan meer onderzoek naar vrijwilligerswerk, aan meer middelen. Organisaties hebben behoefte aan informatie en ondersteuning. Koepelstructuren worden uitgenodigd hun expertise (mee) te ontsluiten, de Steunpunten dienen in dit alles een voortrekkersrol te vervullen.

[(Op de website van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk kan je het volledige rapport nalezen.)]


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA