Gratis provinciale verzekering vrijwilligerswerk

3Sterke afstemming tussen de provincies3

De vijf Vlaamse provincies maakten in overleg een reglement op. Dit reglement is duidelijk [*geënt op het West-Vlaamse voorbeeld*] dat onveranderd bleef. De [*procedures zijn eenvoudig en duidelijk*]. (zie ook eerdere berichtgeving)

De reglementen zijn bijzonder [*goed op elkaar afgestemd*]. Slechts [*twee verschillen*] springen echt in het oog. West-Vlaanderen biedt maximum 80 vrijwilligersdagen aan, de andere provincies 100. De West-Vlaamse polis stelt dat de aangegeven activiteiten moeten plaatsvinden in West-Vlaanderen. De reglementen van de andere provincies sluiten enkel Canada en de VS uit.

De overige verschillen zijn klein en eerder procedureel. Sommige provincies hebben gemeentelijke vrijwilligersloketten als eerste aanspreekpunt, andere niet. Ook de procedure tot verlenging van de erkenning bijvoorbeeld, verschilt enigszins.

3Ook voor koepelorganisaties en hun afdelingen3 Vanaf het begin werd dit initiatief opgevolgd door het ISOC. Dit is het Intersectoraal Overleg Cultuur waar ook de FOV aan participeert. Het ISOC verstuurde een brief naar de [*Vereniging van de Vlaamse Provincies*] (VVP) met de vraag naar concrete informatie waaruit blijkt in welke gevallen ook organisaties met een structurele jaarwerking gebruik kunnen maken van dit nieuwe systeem.

Op 9 juni 2007 kreeg het ISOC volgend antwoord:
“Ook voor vrijwilligersorganisaties die reeds een verzekering hebben, bijvoorbeeld via hun koepel, kan deze verzekering interessant zijn.

• We denken bijvoorbeeld aan jeugdbewegingen waar meestal alle leden, dus ook de vrijwilligers, reeds via een nationale polis verzekerd zijn. Vaak organiseren zij echter activiteiten waar ouders of oud-leiders als vrijwilliger komen meewerken. De provinciale verzekering vrijwilligerswerk kan voor deze jeugdbeweging dan een manier zijn om deze vrijwilligers (die geen lid zijn en dus vaak niet onder de polis van de koepel vallen) te verzekeren.
• Idem voor de socio-culturele verenigingen. Ook hier zijn vaak vrijwilligers actief die geen lid zijn van de organisatie en dus niet onder de koepelpolis vallen. Zij kunnen verzekerd worden via de provinciale polis vrijwilligerswerk. Overigens zijn niet bij alle socio-culturele organisaties ook de leden verzekerd. Indien gewone leden zich bij bepaalde activiteiten als vrijwilliger inzetten, kan opnieuw de provinciale verzekering vrijwilligerswerk aangewend worden.
• Verder hebben een aantal organisaties een verzekering afgesloten waarbij enkel Burgerlijke Aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door de vrijwilligers werd onderschreven. Voor deze organisaties kan de provinciale verzekering vrijwilligerswerk waar ook Lichamelijke Ongevallen en Rechtsbijstand werd onderschreven, een aanvulling zijn.
• Of misschien worden in de reeds afgesloten polis bepaalde activiteiten niet verzekerd, waarvoor de provinciale verzekering vrijwilligerswerk dan weer een oplossing zou kunnen bieden.”

[(De provinciale reglementen kan je per provincie downloaden in de rechterkolom. Voor verdere informatie kan je terecht bij de [*Provinciale Steunpunten Vrijwilligerswerk*]. Tussen haakjes, door tussenkomst van de provincies werd ook de website www.verzekeringvoorvrijwilligers.be verder aangevuld.)]