Beginpagina > Participatie aan het maatschappelijk leven: wie wel en wie niet?


Participatie aan het maatschappelijk leven: wie wel en wie niet?

donderdag 20 maart 2008

In de publicatie ’Wie participeert niet? Ongelijke deelname aan het maatschappelijk leven in verschillende domeinen’ wordt de deelname aan het maatschappelijk leven onderzocht vanuit verschillende domeinen. Een lage participatie is merkbaar bij laaggeschoolden.

3Rapport van de studiedienst van de Vlaamse Regering3

De studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) maakte een analyse van de participatie aan het maatschappelijk leven. Ze onderzocht de participatie in een aantal domeinen: vrije tijd, sport, cultuur, verenigingsleven en jeugdwerk, politieke participatie, media en ICT, toerisme, gezondheid, mobiliteit, wonen, arbeid en levenslang leren. De domeinen waarvoor de Vlaamse overheid in eerste instantie bevoegd is, worden belicht. Jan Pickery en Guy Pauwels (SVR) bespreken in het rapport ‘Wie participeert niet? Ongelijke deelname aan het maatschappelijk leven in verschillende domeinen’ hun bevindingen per domein. In dit artikel focussen we op het domein ‘verenigingsleven’.

3Het verenigingsleven belicht3

50% van de bevolking neemt deel aan het verenigingsleven. Een genderverschil is echter merkbaar. Vrouwen participeren minder (ongeveer 10% minder) aan het verenigingsleven dan mannen. Deze lagere participatie is te wijten aan een minder grote participatie van vrouwen aan de populaire sportverenigingen. Een opmerkelijk verschil is eveneens waarneembaar wat betreft het opleidingsniveau. De verenigingsdeelname voor actieve leden van het vereningingsleven is bij laag opgeleiden (45%) bijna 25% lager dan bij hoog opgeleiden (69%). Parallelle bevindingen kunnen gedaan worden bij de niet-actieve leden.
Het onderzoek bevat ook gegevens over ’onbetaald vrijwilligerswerk’. Bijna één op 5 Vlamingen zet zich onbetaald, op vrijwillige basis, in. Opmerkelijke verbanden kunnen vastgesteld worden met betrekking tot het opleidingsniveau en het inkomen. Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe hoger de participatie aan ’onbetaald vrijwilligerswerk’. De grootste deelname aan onbetaald vrijwilligerswerk is vast te stellen bij personen uit de middencategorie wat het inkomen betreft. Gedetailleerde gegevens over de participatie aan het verenigingsleven (tabel 1) en over het onbetaald vrijwilligerswerk (tabel 2) zijn te consulteren in de rechterkolom.

3Ongelijke deelname aan het maatschappelijk leven in de verschillende domeinen3

Een opmerkelijke bevinding van het rapport is dat de kansverhouding ‘participeert minstens in één domein/participeert in geen enkel domein’ voor de hoogst opgeleiden 18 keer groter is dan voor de laaggeschoolden. Kortom, bij de verschillende onderzochte domeinen wordt vastgesteld dat het opleidingsniveau van sterke invloed is op de participatie.

3Graag je eigen rapport?3

Het rapport kan gedownload worden via deze link. Een gedrukt exemplaar kan gratis besteld worden via Publicaties Vlaanderen.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA