Toelichting Actieplan Interculturaliseren

Concretisering Actieplan Interculturaliseren

De concretisering van het Actieplan Interculturaliseren is voor een aantal organisaties nog niet duidelijk. Dit bleek uit een bevraging tijdens de tweede actiedag interculturaliseren (zie vorige berichtgeving). Daarom organiseerde het Kennisknooppunt Interculturaliseren (zie vorige berichtgeving) op 29 mei een informatiesessie.

Visie en handelen verwacht vanuit respect voor autonomie

De medewerkers van het kennisknooppunt stelden het Vlaams Actieplan Interculturaliseren voor via een heldere en schematische presentatie. Hierbij werd de autonomie van de particuliere organisaties in het omgaan met interculturaliteit benadrukt. Wel worden van structureel gesubsidieerde organisaties “via de beleidsplannen uitspraken verwacht over visie en handelen van organisaties en besturen met betrekking tot interculturaliteit”. Een mogelijk instrument hiervoor is de zelfscan interculturaliseren (zie vorige berichtgeving).

Extra middelen. Welke extra middelen?

10% van de middelen van alle reglementen voor projectsusbsidies wordt gereserveerd voor projecten ingediend door etnisch-culturele groepen of projecten waar interculturaliteit centraal staat. Dit betekent een budget van € 2 miljoen. Daarnaast wordt nog eens € 2 miljoen extra voorzien. Deze gaan naar de uitbouw en werking van het kennisknooppunt, naar projectmiddelen interculturaliteit en naar participatieprojecten met specifieke aandacht voor interculturaliteit (in het kader van het participatiedecreet). Op welke wijze deze extra middelen zouden worden verdeeld, vernamen we niet.
Onder het kopje ‘andere projectsubsidies binnen de Vlaamse overheid’ worden vermeld:

• Participatie- experimentele projecten
• Bijzondere projecten: subsidies voor evenement of subsidies wegens algemeen cultureel-, jeugd- of sportbelang

De subsidielijn participatie- experimentele projecten is een tijdelijk reglement in afwachting van het uitvoeringsbesluit bij het nieuwe participatiedecreet (zie vorige berichtgeving). Structureel gesubsidieerde organisaties kunnen volgens dit reglement enkel projecten voor gedetineerden en uitzonderlijke projecten indienen. Het uitzonderlijke karakter moet worden gemotiveerd vanuit drie invalshoeken: uitzonderlijk voor het participatiebeleid, uitzonderlijk voor de vereniging en uitzonderlijk voor de sector waarin de vereniging actief is. Via een medewerkster van de Afdeling Beleid, departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media vernamen de aanwezigen dat de voorwaarden rond het uitzonderlijke karakter bij de beoordeling van de ingediende projecten begrepen wordt als een manier om dubbelfinanciering van de reguliere werking tegen te gaan.

Goede praktijken gezocht

Het kennisknooppunt wil via het verzamelen en ontsluiten van goede praktijken, kennisdeling en het opzetten van een netwerk van partners, organisaties ondersteunen in het concretiseren van het actieplan. Organisaties worden aangemoedigd hun interculturele projecten, acties en praktijken aan het kennisknooppunt mee te delen. Daarnaast zal het kennisknooppunt vooral een ondersteuningsfunctie naar de sectorale steunpunten opnemen.