woensdag 22 maart 2017
Elf maanden geleden, op 15 april 2016, trok Vlaams cultuurminister Sven Gatz voor de eerste keer naar de Vlaamse Regering over het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk. Met zijn conceptnota (zie eerdere berichtgeving) legde hij de basis voor het uitschrijven van het decreet. Op 1 september 2016 lag er een eerste versie van het decreet op tafel, een versie die sindsdien op heel wat vlakken aangepast en verfijnd werd. Op 23 december 2016 keurde de Vlaamse Regering de eerste versie goed (zie eerdere berichtgeving). Na de recente tweede goedkeuring op 17 maart 2017 heeft de Raad van State 30 dagen om een advies uit te brengen. Dan zal de regering er zich een derde keer over buigen en ligt het werk vervolgens bij het parlement.
Het was even schrikken toen bleek dat vrijdag het decreet op de regeringstafel zou komen. Met het kabinet was immers afgesproken dat wij nog over een aantal punten zouden nadenken en voorstellen zouden formuleren, zodat het decreet deze of volgende week naar de regering kon gaan. De tempoversnelling zou, naar verluidt, alles te maken hebben met de timing: het is belangrijk dat het decreet voor het zomerreces door het parlement kan worden goedgekeurd, anders komt de start in 2018 in het gedrang. Het overleg over de niet uitgeklaarde kwesties loopt inmiddels wel nog door.
De versie die vrijdag werd goedgekeurd kent heel wat verfijningen en een aantal wijzigingen. Deze zijn enerzijds het gevolg van het overleg met de FOV, maar bijvoorbeeld ook van het advies van de SARC. Anderzijds werd een aantal onvolkomenheden in de eerste versie verbeterd. Wat ons hier onder meer opvalt, was dat er tijdens het overleg een akkoord was om de passage rond de subsidies van de Vormingplussen met meer helderheid en rechtszekerheid te omschrijven, maar dat dit in de finale tekst niet is gebeurd. Een vergetelheid?
In deze versie van het voorontwerp zijn ook een aantal artikels toegevoegd die de overgang van het huidige naar het nieuwe decreet beter willen regelen. Dit is ontzettend belangrijk, al was het maar omdat heel deze omschakeling in 2018 van start gaat om de nieuwe beleidsperiode 2021-2026 op kruissnelheid te kunnen ingaan. Hier zullen nog aanpassingen aan moeten gebeuren om niet te botsen met letter en geest van het huidige decreet. Het engagement is er om hierover met de FOV verder te overleggen.
In februari stuurden de 135 lidorganisaties van de FOV een gezamenlijke brief aan minister Gatz om vooral op drie belangrijke pijnpunten te wijzen (zie eerdere berichtgeving). We overlopen de stand van zaken van deze drie kwesties.
In de nieuwe tekst van het decreet dook echter ook plots een vierde kwestie op: het inperken van het repliekrecht voor organisaties. Daar gaan we in een ander artikel dieper op in.
Wie de nieuwe tekst van het decreet en de memorie van toelichting wil nalezen, vindt de teksten in de rechterkolom.