Evaluatie decreet lokaal cultuurbeleid

Tijdens twee zogenaamde "reflectievergaderingen" bracht minister Anciaux enkele belangrijke actoren uit de sector van het lokaal cultuurbeleid op de hoogte van zijn plannen. Hij deed dat aan de hand van een tekst die mogelijke [*elementen van de evaluatie*] van het decreet concretiseert.

3Nieuwe accenten in het decreet3 Anciaux’ tekst voorziet zes nieuwe accenten in het decreet:

• het vergroten van [*aandacht voor cultuurbeleid*] op gemeentelijk vlak (ook voor gemeenten die niet zijn ingestapt in het decreet);
• het (nog meer) [*integraal maken*] van cultuurbeleid op gemeentelijk vlak. Eén integraal cultuurbeleidsplan is daarvan de afspiegeling;
• het creëren van [*vernieuwing en dynamiek*], o.a. door een bepalingen in het decreet te stroomlijnen met die van het gemeentedecreet;
• het stellen van [*prioriteiten*] in de herprofilering van cultuurcentra;
• het actualiseren van de [*taken van openbare bibliotheken*];
• het aanzetten tot [*intergemeentelijke samenwerking*].

3Rechtstreekse gevolgen3 Een en ander heeft rechtstreekse gevolgen voor de organisaties. Zo zou de [*variabele subsidie*] voor de cultuurcentra worden afgeschaft. In plaats daarvan zou een deel van het globale budget "vlottend" worden en toekomen aan zij die zich inzetten voor specifieke prioriteiten (integratie amateurkunsten, programmatie gesubsidieerde actoren, laagdrempelige toeleidingsinitiatieven, ...).
Bij de bibliotheken zou een [*aanvullende subsidie*] gekoppeld worden aan de inspanningen rond digitalisering, schaalvergroting door regionale samenwerking, educatie, ...

3Reacties3 Niet iedereen is gelukkig met de nieuwe plannen van Anciaux. Het is voorlopig wachten op formele [*reacties*] van de steunpunten en belangenorganisaties uit de sector van het lokaal cultuurbeleid.
In het [*magazine Knack*] gaf Karl van den Broeck vorige week al zijn bedenkingen bij de geplande aanpassingen in het decreet lokaal cultuurbeleid. Hij vreest onder meer dat cultuurcentra hun autonomie kunnen verliezen:

“Cultuurcentra dreigen dan ook in de greep te komen van burgemeesters die cultuur beschouwen als een electorale speeltuin. Dat is regelrecht in strijd met het Cultuurpact. Cultuurcentra in steden als Kortrijk, Brugge, Hasselt en Turnhout vervullen in hun regio ook de functie van Kunstencentrum. Dat konden ze met de variabele subsidies ook echt waarmaken. Door die centra nu financieel te kortwieken en ze de facto onder de politieke én artistieke voogdij van de plaatselijke meerderheid te plaatsen, worden ze gedegradeerd tot veredelde parochiezalen.”

Het laatste woord over de evaluatie/aanpassing van het decreet lokaal cultuurbeleid is ongetwijfeld nog niet gevallen.