Koestert Schauvliege ook de niet-erkende migrantenfederaties?

Negen wel, vier niet

De beleidsbeslissing van minister Schauvliege over de erkenning van de migrantenfederaties is gevallen (zie ook vorige berichtgeving). 9 van de 13 organisaties die een dossier indienden, haalden een erkenning binnen. Vanaf volgend jaar maken zij in alle aspecten van de werking deel uit van de werksoort Verenigingen van het decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk.

Migrantenverenigingen zijn nodig

De teleurstelling bij de vier achterblijvers is groot. Ook deze migrantenfederaties doen maatschappelijk relevant werk met vaak kwetsbare doelgroepen. Ook hun vele lokale afdelingen kleuren mee de samenleving van vandaag. De vrees voor het wegvallen van enige vorm van ondersteuning voor een deel van het (ontluikende) allochtone middenveld is groot. De etnisch-cultureel diverse stem dreigt, door de beslissing van de niet-erkenning, minder luid te klinken. Een sterk allochtoon middenveld is nochtans een belangrijke wissel op de toekomst.

Op zoek naar alternatieven

Vanuit een sterke verenigingstraditie gelooft de FOV stellig in de ontvoogdende en emanciperende kracht van zelforganisaties. Minister Schauvliege treedt de FOV hier blijkbaar in bij. De minister wil een alternatief zoeken voor de betrokken organisaties: een overleg met de betrokken organisaties staat intussen op de kabinettaire agenda. Ook de FOV zal in haar contacten met de overheid de toekomst van de 4 federaties aankaarten.

Werk voor de boeg

De negen organisaties aan wie een erkenning werd toegekend, staan na de eerste vreugde voor een volgende uitdaging: tegen 1 oktober dienen zij voor de eerste keer een beleidsplan in. Het is echter nog niet duidelijk met welke susbsidie-enveloppe zij de komende beleidsperiode zullen ingaan. Een goede communicatie hierover zou zeker op prijs gesteld worden.