Beginpagina > Bart Caron over Boekstaven


Bart Caron over Boekstaven

dinsdag 23 december 2008

Bart Caron, Vlaams volksvertegenwoordiger en gewezen kabinetschef Cultuur las Boekstaven 2008, en zag dat het goed was. Hij schreef een opiniestuk over het sociaal-cultureel volwassenenwerk.

Onder de titel ‘Het sociaal-cultureel volwassenenwerk, onverwacht (?) springlevend!’ schreef Bart Caron, Vlaams volksvertegenwoordiger (onafhankelijke, voorheen VlaamsProgressieven) en gewezen kabinetschef Cultuur een enthousiasmerend opiniestuk over de sector. Hieronder vind je een uittreksel.

Het sociaal-cultureel volwassenenwerk, onverwacht (?) springlevend!

Is het sociaal-cultureel werk voor volwassenen werkelijk op sterven na dood? Bij heel wat mensen leeft die indruk. Ze maken zich zorgen over de kracht van lokale afdelingen van verenigingen van het type KAV of Davidsfonds. Men neemt als vanzelfsprekend aan dat deze verenigingen moeilijk het hoofd boven water houden, en dat vormingsinstellingen nog amper deelnemers werven. Toegegeven: ja, er zijn een aantal werkingen gestopt, of gefuseerd met gelijkaardige in naburige gemeenten of parochies, of zijn zo vergrijsd dat ze geen jong volk meer aantrekken. Er is in ieder geval een probleem, maar is de sector echt met uitsterven bedreigd? Een juiste of foute perceptie?

Boekstaven is een boek vol tabellen en grafieken. Je vindt er geen grote theorieën over empowerment en gemeenschapsvorming, sociale actie of educatie, maar harde cijfers. Dat materiaal ontbrak om spijkerhard aan te tonen in welke staat van gezondheid die sector verkeert. Eindelijk de waarheid? Ja, die staat er in, zwart op wit. En gedetailleerd, per deelsector, volgens leeftijd, volgens de spreiding over de provincies enz. Met een systematiek die de sociaal-culturele sector eigen is. Soms zou je bidden om een beetje meer guts, om olie op het vuur en niet op de golven. Ga ervoor. Maar nee, de nuchterheid gaat voor. Immers, de cijfers spreken voor zich. En ze zijn volgens mij indrukwekkend. Ik skip details en beperk me tot markante cijfers.

De 55 landelijk gestructureerde verenigingen, waarvan 14 migrantenverenigingen hebben samen 15.000 actieve afdelingen. Dat zijn er zo’n 50 per gemeente. Ze hebben 2.603.312 leden, dus zowat 40 procent van de Vlaamse bevolking zou lid zijn van een vereniging. Misschien zitten er wel wat dubbelgangers tussen, maar toch, het is significant. Die verenigingsafdelingen organiseren samen zo’n 274.412 publieksgerichte activiteiten. Daarnaast zijn er ’’bewegingen’. Zij zijn met 31. Er zijn ook 13 volkshogescholen die regionaal gespreid zijn. Die laatste bereiken 63.317 deelnemers. En tenslotte zijn er de 27 landelijke vormingsinstellingen die 188.104 deelnemers hebben. Deelnemers en leden zijn natuurlijk niet gelijk te stellen, maar je mag toch stellen dat de sector zo’n 3 miljoen mensen bereikt.

Het is een arbeidsintensieve sector. Er werken 2.230 personeelsleden, hooggeschoold en het zijn hoofdzakelijk vrouwen (69%). Blijkbaar is die verhouding steeds typerender voor de zachte sectoren. De meeste organisaties zijn eerder klein, twee derde stelt minder dan 20 mensen te werk, slechts 6 hebben meer dan 50 medewerkers. En er is geen vergrijsd werknemersbestand, wat sommigen toch denken.

Zijn er nog mensen die zich vrijwillig engageren in het verenigingsleven? Het is een goede graadmeter voor de gezondheid ervan toch? Bewegingen en vormingsinstellingen zijn vooral professionele organisaties, verenigingen drijven op het vrijwilligerswerk. Zij hebben samen in al hun afdelingen niet minder dan 225.298 vrijwilligers. Je kan er veel zalen mee vullen. Het merkwaardig hoge cijfer verbant doemdenkers over de ongeëngageerde burger naar de Hades. Mooi zo.

Iets over geld mag niet ontbreken. De sector heeft een omzet van meer dan 161 miljoen euro per jaar. Pas mal. Daarvan komt 41% van subsidies, zo’n 66,7 miljoen euro. Dat is relatief weinig, zeker in vergelijking met de kunsten. Het is toe te juichen dat de sector zoveel eigen inkomsten weet te verwerven. Merkwaardig is dat de personeelskost dan weer hoger is dan de subsidies. Die bedraagt 85,6 miljoen euro, en dat voor een sector die je best mijdt als je rijk wil worden. Veel kan je er nooit verdienen, behalve professionele en inhoudelijke voldoening.

Ik vind deze cijfers prachtig; ze doen meer dan een beetje deugd. Persoonlijk zelfs. Ik was betrokken bij het beleid, op het kabinet en in het Vlaams parlement. Ik heb onder leiding van twee cultuurministers en met collegae van kabinet, administratie en parlement hard gevochten voor deze sector, al twijfelde die soms, gelet op de (in meerderheid) klassiek-wantrouwige achtergrond ervan tegenover de overheid, aan onze goede intenties. Er is veel vernieuwd, door regelgevend werk, maar toch vooral omdat de werkers en vrijwilligers daardoor hun ’ding’ konden doen. Het doet deugd om dat te zien. Vlaanderen is één van de weinige regio’s, misschien zelfs de enige, waar deze sector volwaardig deel is van het cultuurbeleid. Dat rendeert dus.

Bart Caron Vlaams volksvertegenwoordiger – gewezen kabinetschef Cultuur

De volledige tekst vind je in de rechterkolom of op boekstaven.be

Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA