Advies over Beroepscommissie

Sluitstuk van de evaluatiecyclus

De erkende en gesubsidieerde organisaties binnen het sociaal-cultureel volwassenenwerk ontvangen in de komende dagen (vóór 1 september) een eindevaluatieverslag over hun voorbije werking. Dit verslag van de Administratie leidt tot een positieve of negatieve globale beoordeling van de werking. Voor een paar werksoorten heeft dit ingrijpende gevolgen.

Verenigingen en landelijk gespecialiseerde vormingsinstellingen met een positieve eindbeoordeling kunnen in de komende beleidsperiode (2011-2015) meespelen in een prioriteitenbeleid, waarvoor bijkomende subsidies zijn voorzien. Bewegingen met een positieve eindbeoordeling zijn er in de volgende beleidsperiode opnieuw bij.

Bij een negatieve beoordeling daarentegen krijgen verenigingen en landelijk gespecialiseerde vormingsinstellingen in de volgende beleidsperiode een reductie van hun subsidies met 10 procent. Bewegingen met een negatieve beoordeling worden uitgesloten van verdere subsidiëring in de volgende beleidsperiode.

Om organisaties de kans te bieden verhaal te halen tegen een negatief oordeel over hun werking, voorziet het decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk in een beroepsprocedure.

Beroepscommissie

Het decreet biedt de mogelijkheid om tegen het eindevaluatieverslag bezwaar aan te tekenen. In het geval dat de Administratie het bezwaar niet aanvaardt is zij verplicht het hele evaluatiedossier over te maken aan een Beroepscommissie.

De samenstelling van de Beroepscommissie gebeurt door de minister van Cultuur op basis van een voorstel vanwege de Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. Tijdens de vergadering van 2 juli 2009 bracht deze Raad een advies uit over de samenstelling. Aan minister Schauvliege werd een lijst bezorgd met 9 namen. De 9 voorgedragen leden, allen werkend binnen een opleidingsinstituut, zullen door de minister worden gereduceerd tot een groep van maximaal vijf leden, die de Beroepscommissie vormen. Tussen eind september en 1 december moet de Beroepscommissie oordelen over de voorgelegde dossiers. Dit gebeurt in de vorm van een advies aan minister Schauvliege. De minister neemt een finale beslissing over de verdere subsidiëring van de betrokken organisaties vóór 31 december 2009.