dinsdag 17 november 2009
De besparingen voor de jaren 2009 en 2010 hebben voor de sociaal-culturele volwassenensector drastische neveneffecten. In het programmadecreet dat de aangepaste begroting 2009 begeleidt is immers een artikel opgenomen dat bepaalt dat de uitvoering van een aantal decreten (amateurkunsten, lokaal cultuurbeleid, FOV-decreet, sociaal-cultureel volwassenenwerk, DAC-decreet, gebarentaal, participatiedecreet en circuskunsten) vanaf het werkjaar 2009 afhankelijk wordt gemaakt van de beschikbare kredieten. Rechtszekerheid is er vanaf nu niet meer bij.
De FOV kan zich onder geen beding akkoord verklaren met deze ongelimiteerde bepaling. Vanuit de sector werd bij de goedkeuring van het decreet uitdrukkelijk aangedrongen op het niet-inschrijven van deze clausule. Het decreet werd bij de start immers budgettair niet uitgevoerd zoals oorspronkelijk aan de sector was voorgespiegeld. Het was dan ook evident dat een beperkende subsidieclausule niet aanvaardbaar was. Na 6 jaar toepassing van het decreet is het zover. Dit is niet aanvaardbaar.
Het artikel over het afhankelijk maken van de rechtmatige subsidies van de beschikbare kredieten lokt niet allen protest uit bij de FOV. In de adviezen van de Raad van State, de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen (SERV) en de SARC (strategische adviesraad Cultuur, Jeugd, Sport en Media) noteren we dezelfde bekommernissen. De diverse sectoren, inzonderheid de sociaal-culturele volwassenensector wordt door deze bepaling ten onrechte gekortwiekt. In alle geval dringt de FOV erop aan om de inperkende subsidieclausule te beperken tot de aangekondigde besparingsjaren 2009 en 2010. In de onderwijssector wordt eenzelfde clausule in hetzelfde programmadecreet in de tijd beperkt tot de begrotingsjaren 2009 en 2010.
De tekst van de programmadecreten 2009 en 2010, met de uitgebreide adviezen van de Raad van State, de SERV en de SARC zijn te consulteren in de rechterkolom. |