Beginpagina > Is nuance in de krant passé?


Is nuance in de krant passé?

vrijdag 18 juni 2010

Gisteren verscheen in De Standaard een artikel “Zijn KAV en KWB passé?”. Aanleiding van het artikel was een recent onderzoek van SoCiuS en het HIVA naar het profiel van de deelnemer aan het sociaal-cultureel volwassenenwerk. We verslikten in onze ochtendkoffie toen we het lazen. Blijkbaar volstaat het loutere feit dat de gemiddelde deelnemer 55 jaar oud is, om de doodsklokken te luiden over het verenigingsleven in Vlaanderen. Heel wat nuancering is wel op z’n plaats.

Paar bochten te kort genomen

De Standaard besteedde meer dan een volle pagina aan het profiel van de deelnemer aan het sociaal cultureel volwassenenwerk. Goed nieuws, ware het niet dat de redactie een paar bochten te kort nam. Het artikel beperkt zich tot een deel van de sector, de verenigingen, en zoomt enkel in op een aspect van het onderzoek: de leeftijd van de gemiddelde deelnemer. Dat aspect wordt bovendien ongenuanceerd belicht. Het loutere feit dat een gemiddelde deelnemer aan het verenigingsleven 55 jaar oud is, volstaat blijkbaar om de toekomst van het hele verenigingsleven in vraag te stellen.

Cijfers zijn cijfers, maar enige duiding is toch op z’n plaats. Het onderzoek zegt immers zoveel meer. SoCiuS lichtte in een persbericht het onderzoek dan ook in zijn volledige breedte toe.

Het onderzoek werpt niet alleen een licht op de leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en inkomen van de deelnemers, maar ook op hun motivatie, waarden en meningen.

  • Het meest participeren volwassenen aan sociaal-cultureel volwassenenwerk om nieuwe dingen te leren (kennen). Maar deelname is vooral ook sociaal gebeuren.
  • Zo goed als alle deelnemers zijn tevreden tot zeer tevreden over de gevolgde sociaal-culturele activiteiten. De helft wil in de toekomst nog meer deelnemen.
  • De deelnemers aan sociaal-cultureel volwassenenwerk dragen vooral de waarden ‘rechtvaardigheid’ en ‘verantwoordelijkheid en betrokkenheid’ hoog in het vaandel. Gehoorzaamheid is minder hun ding.
  • Deelnemers zijn politiek geïnteresseerd en behoorlijk tevreden.
  • Cultuur neemt een belangrijke plaats in in het leven van de deelnemers. Ze wonen meer dan gemiddeld film- en andere voorstellingen bij en gaan vaak naar musea, kunstgalerijen en dergelijke.
  • Meer dan de helft van de deelnemers heeft een verleden in een jeugdorganisatie. Het relatief lage aandeel jonge volwassenen onder de deelnemers aan sociaal-cultureel volwassenenwerk doet wel vermoeden dat de aansluiting tussen het jeugdwerk en het volwassenenwerk niet altijd even eenvoudig verloopt. Natuurlijk beïnvloedt de zogenaamde ‘snelweg van het leven’: gezin stichten, loopbaan,... hoe mensen zich willen engageren. Dit is een algemeen fenomeen in een samenleving die economisch àlles verwacht van mensen tussen 25 en 45 jaar.
  • De gemiddelde leeftijd van de participanten ligt tussen 44 en 55 jaar, afhankelijk van de werksoort. Deze leeftijd lijkt hoog, maar dient gerelativeerd: “We kunnen natuurlijk niet naast de vergrijzing van onze maatschappij kijken, bovendien bevinden zich onder de werksoort verenigingen nogal wat seniorenverenigingen die de gemiddelde leeftijd doen stijgen” aldus SoCiuS-directeur Fred Dhont. De hogere gemiddelde leeftijd is ook een krachtpunt van deze sector. Onze sector stimuleert de culturele betrokkenheid van leeftijdsgroepen die andere culturele sectoren minder goed bereiken.
  • Niet uitzonderlijk voor een cultuursector bereikt het sociaal-cultureel volwassenenwerk vooral midden- en hooggeschoolde volwassenen. Fred Dhont: “Belangrijk is te kijken naar de totale socio-economische situatie van de participant. Zo lijkt de sector toch ook veel participanten aan te trekken met een relatief bescheiden maandelijks netto-inkomen. Vooral de landelijke vormingsinstellingen bereiken meer laaggeschoolden dan pakweg de bibliotheken en cultuurcentra. Laten we ook niet vergeten dat de verenigingen uit het sociaal-cultureel volwassenenwerk een spiegel vormen van de samenleving en dus zeer divers zijn. Zo zijn 14 van de 57 erkende verenigingen zogenaamde migrantenfederaties: dat is een kwart!

Zuurstofrijke sector

De FOV houdt met Boekstaven al enkele jaren cijfers bij over de sector. De Federatie zegt het al langer: het sociaal-cultureel verenigingsleven is niet passé. We stellen maar vast: meer bestuursvrijwilligers, meer afdelingen, meer publieksactiviteiten,... Er zijn zelfs nog nooit zoveel erkende organisaties geweest. En,... de sector verandert. Sociaal-culturele organisaties passen zich aan aan de maatschappelijke realiteit waarbinnen ze werken. Soms met succes, soms met vallen en opstaan. Een voorbeeld van zo’n succes is de vereniging Velt. Velt won onlangs de Prijs voor het Vrijwilligerswerk voor de vernieuwende wijze waarop de organisatie nieuwe vrijwilligers activeert.

Ook de talloze bewegingen die hun thema’s steeds in de kijker weten te werken, de Vormingplus-centra die onvermoeibaar participatiedrempels slopen of de vormingsinstellingen die vorming op het scherp van de snee bieden, getuigen van een gezonde en zuurstofrijke sector. Een sector die zichzelf vernieuwt, zonder zijn identiteit op te offeren.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA