Cultuurparticipatie in breedbeeld

De notie ‘cultuur’ werd in het onderzoek ruim geďnterpreteerd. Ook de sociale dimensie van cultuurparticipatie werd bevraagd, meer bepaald de samenhang tussen de grootte van het vrijetijdsnetwerk, het sociaal netwerk en de frequentie van de participatie.

De mate waarin iemand aan cultuur deel neemt loopt parallel met de mate waarin iemand deelneemt aan het bredere maatschappelijke leven. De zogenaamde “toeleidingsfunctie” van het verenigingsleven werd wel aangehaald, maar is in het onderzoek beperkt gebleven tot de bevraging naar het lidmaatschap van verenigingen (het hebben van lidkaart en/of betalen van lidgeld) en niet naar het soort vereniging waarvan iemand lid is en/of het deelnemen aan een specifieke activiteit.

Het is momenteel nog onduidelijk welke gevolgen de onderzoeksresultaten krijgen of welke beleidsaanbevelingen eruit voortvloeien. Een vertaalslag van het cijfermateriaal voor de verschillende onderzochte sectoren naar bruikbare werkinstrumenten is wenselijk. Minister van Cultuur Bert Anciaux (die verontschuldigd was) gaf alvast mee dat dit eerste Vlaamse cultuurparticipatieonderzoek in de toekomst kan worden herhaald zodat trends in de tijd kunnen worden weergegeven en kan worden voortgebouwd op terreinen die vandaag minder in beeld komen.

Meer info: www.re-creatiefvlaanderen.be