Beginpagina > Opleidingscheques: Muyters creatief met de waarheid


Opleidingscheques: Muyters creatief met de waarheid

dinsdag 11 maart 2014

’Onbehoorlijk bestuur’: bestond het begrip nog niet, dan had men het moeten uitvinden om de aanpak van het dossier opleidingscheques door de Vlaamse overheid te omschrijven. In 2010 werd het systeem grondig hervormd. Sindsdien is de verwarring omtrent de toepassing van het systeem er niet op geminderd. In het najaar van 2013 ontstond er opnieuw deining. FOV klopte tevergeefs aan bij het kabinet Muyters en de VDAB om meer uitleg. Een parlementaire vraag drong zich op.

Wat voorafging

Op 1 augustus 2010 zette Minister van Werk Muyters het mes in het systeem van opleidingscheques voor werknemers. Vanaf dat moment kunnen de cheques enkel nog gebruikt worden voor opleidingen die aansluiten bij het stelsel van het Betaald Educatief Verlof (BEV). Hierdoor vielen tal van sociaal-culturele organisaties uit de boot. Bovendien was er amper tijd om zich aan te passen aan de nieuwe situatie.

Deze beperking tot arbeidsmarktgerichte vorming maakte meteen ook duidelijk dat de Vlaamse regering weinig belang hecht aan de rol die de niet-formele en informele educatie kan spelen in diverse levenssferen.

Eind 2013 ontstond er opnieuw deining. Waar voorheen een opleiding beschouwd kon worden als BEV (zijnde langdurige cursussen van minstens 32 uur en cursussen waarbij de arbeidsmarktgerichtheid voldoende groot is), blijkt nu dat de opleidingen effectief erkend moeten zijn als BEV om in aanmerking te komen voor opleidingscheques. Dit vereist een aparte, complexe procedure via een erkenningscommissie.

Muyters doet de waarheid geweld aan

Na contacten met FOV, stelde Jan Laurys (CD&V) als lid van de Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie een vraag over een onverwacht striktere toepassing van de regels. Minister Muyters verwijst in zijn antwoord - het beschuldigende vingertje ontbreekt daarbij niet - naar een brief die in mei 2013 zou zijn verstuurd naar de betrokken organisaties om hen op de hoogte te brengen van de strengere invulling: "Op 17 mei is iedereen er aan herinnerd. Misschien heeft men het niet au sérieux genomen - dat kan -, en heeft men gewoon voortgedaan" (Commissievergadering Vlaams Parlement, 13 februari 2014).

De betrokken sociaal-culturele organisaties hebben een dergelijke brief echter nooit ontvangen. Zij kwamen dus tegen het jaareinde voor voldongen feiten te staan. En dat terwijl de brochures waarin werd aangegeven weke opleiding voor cheques in aanmerking zouden komen, al waren gedrukt.

Muyters doet de waarheid geweld aan als hij zegt dat er niets veranderd is. Voorheen werd BEV als referentiekader genomen (dat heeft de VDAB destijds ook bevestigd), terwijl sinds mei BEV als scheidsrechter wordt gebruikt. Hij schuift de hete aardappel door naar het federale niveau: "Ik kan ... geen uitspraken doen over de redenen waarom opleidingen voor socioculturele organisaties niet erkend zijn, .... Dat zou u aan de federale collega moeten vragen."

De FOV betreurt dat de minister niet als een deugdelijk bestuurder met deze verwarrende communicatie om wil gaan. Een overgangsperiode zou op zijn zachtst gezegd op zijn plaats zijn geweest. Dat beaamt ook Jan Laurys in zijn repliek op minister Muyters.

Waakzaamheid blijft geboden

Door toedoen van de zesde staatshervorming zal Betaald Educatief Verlof een regionale bevoegdheid worden. Muyters geeft dan ook aan dat hij plannen heeft:

"Zoals reeds vroeger aangegeven, is de koppeling van de Vlaamse opleidingscheques aan het BEV, wat ons betreft, een tijdelijk maatregel. Ik heb geprobeerd om met de sociale partners onmiddellijk tot iets nieuws te komen. Dat is niet gelukt. De staatshervorming biedt mogelijkheden om meer te doen met betrekking tot opleiding. Het is dan ook mijn bedoeling om de verschillende reglementeringen te bekijken en te zoeken naar een homogener kader met het oog op het verhogen van de efficiëntie en effectiviteit van de opleidingsincentives."

Reden genoeg dus voor de FOV om de vinger aan de pols te houden. Mensen leren immers niet enkel op of in functie van de arbeidsmarkt. Niet iedereen heeft een uitgestippeld carrièreplan op zak. We geloven niet in een samenleving die de meerwaarde van leren enkel aftoetst aan haar onmiddellijke voordeel voor de arbeidsmarkt. Het gaat ons ook om gemeenschapsvorming, zelfvertrouwen, een open geest en stappen zetten op een levenslang leerpad. Bovendien tonen allerhande onderzoeken aan dat zo’n leerklimaat niet alleen goed is voor de samenleving, maar ook een grote bijdrage levert aan gezondheid, welstand, participatie, innovatie, creativiteit en geluk. En wie kan daar nu op tegen zijn?

In de rechterkolom lees je de integrale parlementaire vraag.


Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.

De activiteit van de site opvolgen RSS 2.0 | Disclaimer | Overzicht van de site | Privé-site | SPIP | OWA