Minister, is er geld voor de bewegingen?

Commissieleden: welk perspectief voor de bewegingen?

Yamila Idrissi (sp.a) informeerde in de commissie Cultuur naar de erkenning van nieuwe bewegingen: "Minister, hebben alle aanvragers ondertussen een preadvies ontvangen? Kunt u al zeggen hoeveel organisaties deze beleidsperiode erkend zullen worden als sociaal-culturele beweging? Zal het mogelijk zijn om alle erkende sociaal-culturele bewegingen voortaan de decretale minimumsubsidie te geven?"

Wat volgde was een interessante discussie tussen Bart Caron (Groen), Marius Meremans (N-VA) en Caroline Bastiaens (CD&V). De verschillende parlementsleden gaven aan veel sympathie te hebben voor de sector en drongen aan op "desnoods creatieve" oplossingen om naast het honoreren van de adviezen van de bestaande bewegingen ook enkele nieuwe initiatieven een kans te geven.

De bezorgdheid over het gebrek aan financiële middelen is groot. Marius Meremans dacht aan een nieuwe ronde als de uitgangspunten voor een vernieuwd decreet gekend zijn: "Als we eerst het kader maken, zou een tussentijdse instap misschien mogelijk kunnen zijn. Dat zou een oplossing kunnen zijn, maar is dat ook mogelijk?", vroeg hij zich af.

"Ik zou liever een beetje perspectief geven voor eventueel twee jaar, dan een definitief njet voor vijf jaar aan waardevolle organisaties. Dat is een suggestie, die constructief bedoeld is, en rekening houdt met de realiteit", aldus Bart Caron

Yamilla Idrissi plaatste die realiteit in perspectief en wees de minister nadrukkelijk op de huidige procedure en het mogelijk gebrek aan middelen.

"Dat hadden we dan vroeger kenbaar moeten maken aan alle mensen die de moeite hebben genomen om een dossier in te dienen en er vandaag nog altijd van uitgaan dat er een mogelijkheid is. Plat gezegd, dat is met de mensen hun voeten rammelen. Dat vind ik niet correct. In dat opzicht moet u ook, minister, u snel beraden over wat u gaat doen.

Als er geen nieuwe verenigingen zullen worden erkend vanwege financiële redenen, laat het dan heel snel weten. Als u de procedure laat lopen, en dat zegt op het einde, zou ik dat onkies vinden. De suggestie van de heer Caron zou een goede tussenoplossing kunnen zijn."

Minister Gatz: wachten op het advies

In zijn antwoord deed cultuurminister Sven Gatz nog geen enkele toezegging, maar hij sluit ook niets uit. Wel meende hij dat het decreet weinig ruimte toelaat voor in- en uitstroom en dat de beschikbare middelen beperkt zijn. Zijn beslissing zal hij laten afhangen van het advies van de commissie die de verhaalschriften behandelt.

"Twaalf van de veertien organisaties hebben een verhaal ingediend. Eén organisatie liet expliciet weten geen verhaal te zullen indienen. Het is te vroeg om te zeggen hoeveel organisaties deze beleidsperiode erkend zullen kunnen worden. Ik wacht, zoals gezegd, daarvoor op het advies van de commissie na behandeling van de verhaalschriften. Het decreet bepaalt dat er maximaal vijf nieuwe bewegingen kunnen worden erkend en dat ik hierover voor 15 september 2015 moet beslissen.

Ik wil maar al te graag de erkende bewegingen de decretaal vastgelegde minimumsubsidie geven, maar wij botsen daarbij op een decreet dat zeer moeilijk – om niet te zeggen ‘nauwelijks’ – instroom en/of uitstroom toelaat. En uiteraard botsen wij ook op de beschikbare financiële middelen. Maar ook hier wacht ik het verloop en de resultaten van de procedure af, om op basis daarvan integraal te bekijken of er financiële ruimte is om tegemoet te komen aan de decretale minimumsubsidie voor erkende bewegingen."

De minister gaf aan de geschetste voorstellen ter harte te nemen en verwees naar de aanpassing van het decreet op het sociaal-cultureel volwassenenwerk waar hij ook graag advies voor wil vragen aan het Burgerkabinet en het cultuurforum.

Lees het volledige verslag via op de website van het Vlaams Parlement.