Beginpagina > Minister Gatz worstelt met "continuïteit en dynamiek"
Minister Gatz worstelt met "continuïteit en dynamiek"
Eerste sectormoment geeft enkele richtingen nieuw decreet aan
vrijdag 26 februari 2016
Op donderdag 25 februari gaf Vlaams cultuurminister Sven Gatz inzage in de eerste richtingen waarin hij een nieuw decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk ziet ingaan. Voor hem ligt het hoofdaccent op een soepeler beleidskader om nieuwe organisaties toe te laten, bestaande organisaties groeikansen te geven en bij een werking die als onvoldoende wordt beschouwd sneller te laten uitstromen. Tot drie maal toe maakte hij zich sterk dat dit kader ook moet kunnen leiden tot bijkomende middelen.
Leefbare samenleving
Luc Delrue, de nieuwe secretaris-generaal van het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media beet in het Kaaitheater de spits af. Hij prees het sociaal-cultureel volwassenenwerk als een sector die er alles aan deed en doet om de samenleving leefbaar te maken en tegelijk de kritische stem niet schuwt. Het huidige decreet, dat in 2003 startte, was volgens hem een hefboom voor meer professionalisering en een sterker kwaliteitsdenken. Hijzelf en zijn administratie engageerde zich er toe om de volgende jaren de sector te ondersteunen tijdens de veranderingen. Dit zou in dialoog gebeuren en met planlast die tot het minimum wordt beperkt.
Autonome organisaties
Uitkijken was het dan naar de eerste publieke onderbouwing van minister Gatz over hoe hij kijkt naar een nieuw beleidskader voor de sector. Tijdens een sofagesprek benadrukte hij de sector te willen blijven positioneren als een "civiele actor", die inzet op ontmoeting, het versterken van de democratie en participatie, een sector ook die de kritische stem en het experiment belangrijk vindt. Deze keuze impliceert dat de overheid een grote mate van autonomie moet blijven garanderen: "organisaties kiezen vrij wat ze doen".
Van werksoorten naar functies
Maar, zo denkt de minister, hiervoor is ook een dynamischer beleidskader nodig: "wij komen wat losser van de werksoorten en kiezen eerder voor functies". Bovendien moeten de procedures overzichtelijker worden gemaakt en zal het beoordelen op kwalitatieve aspecten bepalender zijn voor de subsidie dan de kwantitatieve aspecten.
Continuïteit en dynamiek
Het financieel kader moet het mogelijk maken om elke vijf jaar sterker te kunnen variëren in de subsidies voor de organisaties. Hij stipte aan dat het vinden van de goede methoden en evenwichten hierin op dit moment het moeilijkste is.
Linken met het participatiedecreet
"We hebben het onszelf nog moeilijker gemaakt door de evaluatie van het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk te koppelen aan die van het participatiedecreet" , gaf minister Gatz toe. Ook hierover moet hij nog verder nadenken, maar hij gaf alvast aan dat hij wil dat organisaties die meer willen inzetten op categoriaal werken extra wil ondersteunen in het nieuwe beleidskader.
Overleg en dialoog
Minister Gatz maakte meteen duidelijk dat hij op de sectordag niet meer dan een aantal puzzelstukken op tafel kon leggen. De nota die "het geheel aan elkaar plakt" is nog niet klaar. Deze tekst, zo zei hij, "zal verder onderwerp zijn van overleg en dialoog". Hij voorspelde dat de nota "in de omgeving van Pasen" klaar zou zijn en kondigde een "tussen-terugkoppeling" aan, een overlegmoment om "ons aan de toets van de sector te onderwerpen". Specifiek over de dringende nood aan doorgedreven dialoog kwam Herman Lauwers als voorzitter van de FOV ook tussen (zie het filmpje hieronder). Dit kan je hier nalezen.
Herman Lauwers spreekt op sectormoment SCvW from FOV | film! on Vimeo.
Tijdens hetzelfde sectormoment ging Gerda Van der Plas dieper in op de uitgangspunten.
Blijf op de hoogte: abonneer je op ons Digizine, of volg ons op Twitter.
RSS 2.0
