Minister verhoogt FOV-subsidie met 10%

De verhoging van de FOV-subsidie met 10% komt in absolute termen neer op een stijging van de overheidsmiddelen van 235.000 euro naar iets minder dan 260.000 euro. Deze stijging is te interpreteren als een "[*inhaalmanoeuvre*]". Sinds de decretale oprichting en eerste subsidiëring van de FOV bleef de overheidstussenkomst immers nagenoeg geblokkeerd op het initiële bedrag van 233.000 euro. Dit terwijl in het FOV-decreet van 2001 vermeld staat dat de Federatie jaarlijks mag rekenen op 0,7% van de subsidies die worden uitgekeerd aan de aangesloten en erkende organisaties voor sociaal-cultureel volwassenenwerk.

Voor de bijkomende middelen voor de FOV zal de minister dit jaar putten uit de middelen die hij voor het domein Cultuur toegeschoven kreeg uit de winst van de [*Nationale Loterij*]. Hij zet die middelen in (die in de begroting van de Vlaamse Gemeenschap staan op een apart provisioneel krediet) omdat hij anders verschuivingen moet voorzien binnen andere begrotingsposten. Dat zou er op neer komen dat “het bijkomende geld voor de FOV elders in de begroting moet worden afgenomen.” Dat was uiteraard noch voor de minister noch voor de Federatie een gewenste optie.
Vanaf 2007 kunnen de verhoogde FOV-middelen wel ingecalculeerd worden in de [*begrotingscijfers*] van de Vlaams Gemeenschap. De minister zegde toe dat te zullen doen.

Met de beloofde verhoging van 10% komt voor de Federatie een tijdelijk einde aan een periode van groeiende [*hoogspanning*]. De blokkering van het subsidiebedrag zou immers op termijn een afbouw van de werking van de FOV betekend hebben. De Federatie hoopt dat een [*reguliere groei*] van de overheidsmiddelen (incl. indexering van het subsidiebedrag) de komende jaren wordt voorzien.