Decreet in het parlement

3Evaluatie centraal3 In zijn toelichting voor de Commissie verduidelijkte minister van Cultuur Anciaux dat in 2007 [*het hoofdaccent*] wordt gelegd op de geplande evaluatie van het decreet tegen 30 juni 2007.
Voor hem zijn de belangrijkste aandachtspunten de voorbije beoordelingsprocedures, de decreetverankering van de praktijkgerichte opleidingen, de verdere introductie van de uitdagingen inzake interculturaliseren en de inpassing in het decreet van de subsidiëring van projecten in het raam van het vroegere derde arbeidscircuit.
Dit alles zorgde ervoor dat in 2007 behoudens de indexaanpassing de [*situatie van 2006 wordt bestendigd*].
De minister kondigde aan dat de [*kredieten*] voor het decreet vanaf 2007 worden opgesplitst in vier nieuwe begrotingsposten. Zo gaat er 21,4 miljoen euro naar de verenigingen, 20,3 naar de instellingen, 3,6 naar de bewegingen en 1,4 naar SoCiuS. De minister zei dat hij via de opsplitsing tegemoet komt aan de vraag tot grotere transparantie.

3Evaluatie voor de parlementsleden3 Op vraag van Johan Verstreken (CD&V) zegde minister Anciaux toe de cijfers van de begroting nog iets meer te detailleren en aan de commissieleden mee te delen. Zo zal hij, net zoals in een eerder antwoord op een parlementaire vraag van Steven Vanackere (eveneens CD&V), de detailbedragen voor de volkshogescholen en de landelijke vormingsinstellingen meedelen.
Johan Verstreken had ook nadere vragen bij de evaluatie van het decreet. De christendemocraat wou weten wie de evaluatie zal uitvoeren, hoe die concreet in zijn werk zal gaan en wat de timing is. Verstreken vroeg een evaluatierapport per werksoort.
Jos Stassen (Groen!) vond dat het decreet verregaand is en daardoor niet gemakkelijk realiseerbaar. Hij was van oordeel dat de decreetevaluatie goed moet worden voorbereid met de sector, wil het meer zijn dan een louter cijfermatige evaluatie.

3Anciaux herhaalt de uitgangspunten3 Minister Anciaux herhaalde in zijn antwoord dat de evaluatie tegen juli 2007 moet worden uitgevoerd. Daarbij gaat het [*enkel over de uitvoering en niet over de basisprincipes*], stipuleerde de minister nogmaals. En voor een goed begrip lijstte hij de evaluatiepunten nog even op: planlastverlichting, beoordelingselementen en beoordelingsprocedures, interculturalisering, een volwaardige plaats voor Vijftact en het invoegen van een regeling voor de ex-DAC’ers.
Johan Verstreken wou alvast weten of de minister van plan was om het kluwen van [*beoordelingscommissies*] nog eens te bekijken. Het parlementslid had immers opgemerkt dat nogal wat commissies onvolledig samengesteld werken. Hij was ook van oordeel dat het niet opportuun is dat iemand die zelf subsidies aanvraagt in één werksoort, beoordelaar is in een andere werksoort.
De minister antwoordde dat alle beoordelingscommissies, op één na, weer compleet zijn. De minister benadrukte dat er een deontologie bestaat waarover gewaakt wordt. Minister Anciaux is niet van plan de regels voor de beoordelingscommissies te veranderen.