Opleidingscheques: doel bereikt?

Verhogen van inzetbaarheid op de arbeidsmarkt

Het systeem van opleidingscheques voor werknemers kent een groot succes. In totaal kunnen 2.105 erkende opleidingscentra opleidingscheques aanvaarden. Cindy Franssen (CD&V) stelt op 22 januari een parlementaire vraag over de opleidingscheques aan bevoegd minister Frank Vandenbroucke. Franssen merkt op dat het gebruik van opleidingscheques niet altijd de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt verhoogt. Veel cursisten volgen immers een opleiding die in de hobbysfeer ligt. Dit strookt volgens haar niet met het opzet van het systeem van opleidingscheques. De minister antwoordt daarop dat het criterium ‘arbeidsrelevantie’ bekeken moet worden vanuit individueel oogpunt: “de betekenis van een opleiding kan na verloop van tijd wijzigen: wat begint vanuit een hobby, kan uitgroeien tot een job.”

De minister wacht op een advies van de sociale partners over het huidige ‘incentivebeleid’ voor werknemers. Dit advies kan eventueel leiden tot een heroriëntering van het systeem van opleidingscheques, aldus de minister.

Cheques voor personen zonder arbeidscontract

Huisvrouwen en –mannen kunnen geen gebruik maken van opleidingscheques. De KAV signaleert dat een derde van de huisvrouwen ooit terug wil naar de arbeidsmarkt. Huisvrouwen en –mannen zijn ‘herintreders in spe’. Minister Vandenbroucke bevestigt dat het systeem van opleidingscheques zich niet richt tot deze doelgroep. Hij verwijst naar de VDAB die een uitgebreid pakket van maatregelen heeft uitgewerkt voor werkzoekenden. “Daarnaast werkt de VDAB aan een specifieke oriënteringsmodule voor herintreders. Zodra die klaar is, is het mijn bedoeling om die ook verder te bespreken met de Gezinsbond en andere middenveldorganisaties, zoals de KAV.”

Kwaliteitsvolle opleidingscentra

Met een schriftelijke vraag aan minister Frank Vandenbroucke polst Cindy Franssen naar de wijze waarop vormingsorganisaties erkend en geëvalueerd worden om opleidingscheques te kunnen aanvaarden. In zijn antwoord geeft de minister een overzicht van de erkende opleidingscentra in Oost-Vlaanderen (zie rechterkolom). Hij verduidelijkt dat de opleidingsverstrekkers een kwaliteitscertificaat hebben dat driejaarlijks wordt hernieuwd na een controle. De automatisch erkende opleidingsverstrekkers (waaronder de sociaal-culturele vormingsinstellingen) hebben geen kwaliteitslabel nodig, aangezien voor deze organisaties al in kwaliteitsbewaking is voorzien.