Decreet georganiseerd vrijwilligerswerk in Welzijn, Gezondheid en Gezin goedgekeurd

Toepassingsgebied van het nieuwe decreet

Het decreet voor het georganiseerd vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Gezondheid en Gezin bepaalt aan welke verplichtingen een organisatie moet voldoen als zij met vrijwilligers werkt en hiervoor subsidies wil.

Het decreet betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin werd op 1 april 2009 goedgekeurd in het Vlaams parlement. Het decreet zal van toepassing zijn op alle organisaties die actief zijn in de gezondheidszorg, de gehandicaptenzorg, ouderenzorg, thuiszorg, welzijnswerk, bijzondere jeugdzorg, samenlevingsopbouw,…

Het decreet is van toepassing op de zogenaamde autonome vrijwilligersorganisaties. Autonome vrijwilligersorganisaties zijn organisaties die hun doel uitsluitend of hoofdzakelijk met de inzet van vrijwilligers nastreven.

Daarnaast wordt ook het ingebouwd vrijwilligerswerk in het decreet geregeld. Dit is vrijwilligerswerk dat zich afspeelt binnen organisaties die:

• actief zijn op het domein Welzijn, Gezondheid en Gezin
• erkend en gesubsidieerd zijn via een specifieke regeling
• hoofdzakelijk werken met beroepskrachten, maar ook vrijwilligers inzetten

Naast de sectorale regelgeving blijft ook de federale wet op de vrijwilligers uiteraard van kracht.

Voor het vrijwilligerswerk kunnen de organisaties gesubsidieerd worden.

Betere rechtspositie voor de vrijwilliger

De wetgever wil met dit decreet de rechtspositie van de vrijwilliger versterken. Dit gebeurt via bijkomende verplichtingen voor de organisaties in het belang van de vrijwilliger.

Het decreet bepaalt dat de organisatie zorgt voor:

• een rekrutering van vrijwilligers
• een passend onthaal
• passende vorming en ondersteuning

Via een uitvoeringbesluit kunnen hiervoor nadere regels worden bepaald.

In het decreet is eveneens sprake van een afsprakennota, getekend door de vrijwilliger en de organisatie. In deze afsprakennota staan onder andere gegevens over de aard, de duur en de frequentie van het vrijwilligerswerk en de door de vrijwilliger te volgen vormingsactiviteiten.

Het decreet bepaalt ook de verzekeringsplicht van de organisaties:

• een verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid van de organisatie - en dus niet enkel voor vrijwilligers - die ook geldt op de weg naar en van het vrijwilligerswerk
• een verzekering die de lichamelijke en materiële schade van vrijwilligers bij ongevallen dekt (ook op de weg naar en van het vrijwilligerswerk)
• de mogelijkheid om deze verzekeringsplicht nog verder uit te breiden via een uitvoeringbesluit

De invoering in de praktijk van het decreet zal nog even op zich laten wachten. Het is aan de volgende Vlaamse Regering om de nodige uitvoeringsbesluiten uit te vaardigen.