woensdag 11 juni 2008
De sectorraad Sociaal-Cultureel Werk kreeg het niet gemakkelijk bij het formuleren van een advies over het ontwerp van uitvoeringsbesluit bij het participatiedecreet. De tekst had immers te lijden aan talloze taal- en andere juridische onvolkomenheden. Inhoudelijk waren de opmerkingen eerder bescheiden. Op het vlak van subsidiëring, termijnen, betrokkenheid van de diverse werksoorten en beteugeling van planlast deed de sectorraad een aantal suggesties.
Organisaties die een structurele subsidiëring krijgen, kunnen voor bepaalde activiteiten een beroep doen op het participatiedecreet, mits het gaat om projecten met een uitzonderlijk karakter. Het uitzonderlijk karakter is volgens de ontwerptekst te bewijzen “op niveau van de vereniging, op het niveau van de participatie en op het niveau van de sector waarin de vereniging actief is.” De sectorraad vindt deze formulering niet echt duidelijk. Volgens de raad moet het woord “vereniging” begrepen worden in de betekenis van “organisatie”. Dit laat toe dat organisaties uit verschillende werksoorten voor deze projectsubsidiëring intekenen. Voor de raad zijn projecten ook uitzonderlijk wanneer ze sectoroverschrijdend worden opgezet.
Het ontwerpbesluit en het advies zijn te lezen in de rechterkolom. |