maandag 18 januari 2010
Gaandeweg bleek dat de uitvoering van de evaluatieprocedure niet verliep zoals beoogd was. Er waren belangrijke problemen met de motivering van documenten en er was een te krap tijdsbestek voor cruciale beslissingen. Minister Schauvliege argumenteert dat ze door een gebrekkige motivering zelfs positieve adviezen van de beroepscommissie naast zich neer moest leggen.
De huidige evaluatieprocedure is er gekomen in overleg met de sector. In de sector is gebouwd aan een draagvlak voor de vernieuwingen. Dergelijke procedurele haperingen dreigen dit draagvlak te ondermijnen.
Vooral de werksoort Bewegingen wordt hard getroffen door de afwikkeling van de procedure: zes organisaties, een vijfde van alle bewegingen, zijn hun subsidies uit het decreet kwijt. Onder deze organisaties zijn drie organisaties die nochtans een positief advies van de Beroepscommissie op zak hadden.
Het alles-of-niets-effect bij de bewegingen is een disproportioneel harde sanctie en een uitwas van het systeem om hen geen erkenning te geven. Daarom ijvert de FOV voor een spoedige erkenning van de bewegingen en wil de Federatie snel met minister, Kabinet en Administratie rond de tafel gaan zitten om de evaluatieprocedure grondig te evalueren.
De FOV overlegt inmiddels met de negatief geëvalueerde organisaties over wat hen te doen staat.
Met de wijziging van het decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk in 2008 werd de wijze van evalueren van de erkende en/of gesubsidieerde organisaties grondig vernieuwd. Voortaan zou de concrete werking centraal staan en kregen de organisaties bezoek van een visitatiecommissie. De decreetgevers tekenden bovendien een procedure van woord en wederwoord uit: