dinsdag 23 november 2010
De Commissie Cultuur boog zich op 18 november over de bespreking van de beleidsbrief en de begroting van cultuurminister Joke Schauvliege. De minister heeft de tijd om haar antwoorden voor te bereiden. De Commissie komt opnieuw samen op 25 november.
De FOV bezorgde alvast de dag voor de bespreking een uitgebreid dossier over de budgettaire toestand van het sociaal-cultureel volwassenenwerk (zie vorige berichtgeving).
Paul Delva (CD&V) deed als eerste een weloverwogen tussenkomst. Hij riep de minister op om naar aanleiding van de ingrepen bij de volkshogescholen (Vormingplus-centra), de sector te betrekken bij de implementatie en goede flankerende maatregelen te voorzien. Paul Delva kreeg in zijn kritiek op de ingrepen op de volkshogescholen bijval van Yamila Idrissi (sp.a) en Lieven Dehandschutter (N-VA). Een amendement op het programmadecreet, dat de opdracht van de volkshogescholen (opnieuw) evenwichtiger wil bepalen, werd dan ook mee ondertekend door leden van de N-VA en sp.a.
De beleidsbrief van minister Schauvliege werd over het algemeen goed onthaald. Verschillende parlementsleden hadden echter vragen over het gebrek aan samenhang met de begroting (zie ook vorige berichtgeving van de FOV). Naast opmerkingen over de ingrepen in het sociaal-cultureel werk vroegen de parlementsleden meer duidelijkheid over:
De langste en meest diepgaande interventie kwam van Bart Caron (Groen!). Alinea per alinea analyseerde hij de beleidsbrief . Dit leverde veel vragen naar verheldering en concretisering op. Daarnaast leverde Caron ook snoeiharde kritiek op het ontbreken van een consistent beleid in de besparingen tussen de verschillende beleidsdomeinen. Zo bespaart bijvoorbeeld de ene minister wel op lokaal niveau, de andere niet. Waarom wordt op het deeltijds kunstonderwijs niet bespaard maar op de amateurkunstensector wel, vraag hij zich bijvoorbeeld af.
Over de ingrepen op het sociaal-cultureel werk zegt hij zowel toevalligheden als politieke keuzes te zien. Een toeval is bijvoorbeeld dat de budgetten voor de sector telkens vastgelegd moeten worden in besparingsjaren (2004-2005 en 2010). Maar hij ziet ook politieke redenen: “Pluralistische initiatieven worden eerst getroffen, behalve als ze lokaal zijn. Meer recente initiatieven worden teruggedraaid. En tot mijn spijt merk ik revanchisme ten aanzien van uw voorganger, overigens van een andere partij.”
Op het vervolg - de antwoorden van de minister aan de parlementairen - is het wachten tot komende donderdag.